Op zoek naar een menswaardige samenleving.
Hebberigheid is een kwalijke eigenschap. Het manifesteert zich bij banken, aandeelhouders, maar steeds meer bij zorginstellingen die winsten maken, bij multinationals die bijna geen belasting betalen, bij monopolisten die de prijs van hun producten opdrijven, bij kamerverhuurders die woekerprijzen vragen, bij ambtenaren die niet gemaakte kosten declareren, enzovoort. De hebberigheid gaat vaak ten koste van de leefruimte en gezondheid van anderen of zelfs van ons allemaal. Huishoudens die in slechte woonomstandigheden leven en nauwelijks rond kunnen komen, kinderen en mensen met problemen die niet of te laat worden geholpen, personen die gediscrimineerd worden of agressief bejegend, omgevingen die door te veel vervuiling of ontbossing worden verpest, geweld en oorlog. Niemand met gezond verstand zal deze verschijnselen acceptabel vinden en toch komen ze voortdurend aan het daglicht. Humane waarden worden steeds weer met voeten getreden.
Intussen neemt het verschil tussen rijk en arm toe, wereldwijd, ook in Nederland. Met name de vermogensverschillen zijn gegroeid. Ofwel, wie geld heeft kan gemakkelijk meer geld maken, en wie schuld heeft, heeft al snel steeds meer schulden. Rijke mensen hebben veel privileges, zoals een groot huis met veel ruimte rondom, veel keuzemogelijkheden bij zorg, scholing, energievoorziening, eten en drinken, vervoer, invulling van vrije tijd. Ze hebben doorgaans een veel gezondere werkomgeving, een groter netwerk, en kunnen veel meer regelen bij problemen waar ze tegenaan lopen. Ze kunnen zich de luxe van dure eetgelegenheden, verre vakanties en chique kleding permitteren, en ze vinden vaak dat ze daar ook recht op hebben. Daarin steunen ze elkaar. De rijken leren hun kinderen dat de wereld aan hun voeten ligt als ze in het voetspoor van hun ouders treden. Rijken worden ook nog eens rijker omdat ze doorgaans trouwen met iemand van een rijke familie. Zo ontstaat er een web van rijken die zich weinig kunnen voorstellen bij de wereld van de armen, omdat ze nauwelijks echte contacten hebben met die wereld. Vaak zijn de rijken nog steeds van mening dat mensen uit de armoede kunnen komen als ze hun best maar doen en de kansen grijpen die zich voordoen. Het sprookje van de American Dream is hardnekkig.
Er is dus sprake van een zichzelf in stand houdend en zelfversterkend systeem, dat vooral gebaseerd is op materieel bezit en kapitaal. Hoe kan het systeem van hebzucht worden doorbroken? Tijdens de coronacrisis is duidelijk geworden dat niet alles draait om bezit en kapitaal. Ineens was er waardering voor mensen die de handen uit de mouwen steken, zoals verpleegkundigen en verzorgenden, pakketbezorgers, onderhoudsmonteurs, schoonmakers. We stonden zelfs voor hen te applaudisseren. Die solidariteit hadden we vast moeten houden, maar dat is niet gebeurd. Toch kunnen we teruggrijpen op de corona-ervaringen en een beroep doen op de opbrengst van geven om elkaar en compassie hebben met elkaar. Aloude waarden zoals “het is beter te geven dan te nemen”, “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”, “alleen gaat sneller, maar samen kom je verder”, kunnen weer de leidraad worden van ons handelen. Het gaat er om dat we iedereen waarderen om wie hij of zij is, en dat we mensen steunen om te groeien in het mens-zijn.
Meer over:
, ,