Schokkende beelden uit Frankrijk waar de actiegroep L214 toont hoe een commercieel bedrijf patrijzen en fazanten fokt en gevangenhoudt in veel te kleine hokken. De dieren worden louter gefokt voor de jacht. De video begint met de woorden van de jachtlobby dat de jacht een natuurlijk verschijnsel is dat hoort bij de tradities van het plattelandsleven. Het wild zou zogenaamd een “goed leven” in de vrije natuur gehad hebben. Dat blijkt een fabeletje.
L214 toont dat er in werkelijkheid een hele industrie achter zit. Op de video is een terrein te staan met duizenden kooien. Met de vrije natuur of zelfs maar een natuurlijk bestaan maken de dieren geen kennis. Hun bekken worden voorzien van klemmen om te voorkomen dat ze elkaar doodpikken in de krappe behuizingen. Negen van de tien patrijzen en fazanten die zogenaamd in het wild geschoten zijn, zijn afkomstig uit dit soort fokkerijen. Talloze dieren komen bovendien al om tijdens het ‘productieproces’.
De dieren in de video worden gefokt door Gibovendée, die ze exporteert naar het buitenland, bijvoorbeeld naar Engeland. Veerdiensten weigeren de dieren te transporteren maar het bedrijf slaagt er in ze toch over te brengen naar de Britse jagers via de Eurotunnel.
De fokactiviteiten staan op gespannen voet met de wetgeving, zo ze er al niet in strijd mee in zijn. L214 is een dierenrechtenorganisatie die ontstond uit verzet tegen de wrede praktijken rond foie gras, de exquise ganzenleverpastei waarvoor de vogels gemarteld worden. De benaming is een verwijzing naar een wetsartikel dat dieren moet beschermen.