"Een mooi gesprek", zei Mark Rutte in de laatste seconden van zijn ontmoeting met Sven Kockelman. De premier mocht inderdaad tevreden zijn. Geen moment had de geduchte interviewer vat op hem gekregen. "Wij kennen elkaar te goed", kreeg deze ook nog te horen.
Het gesprek met de minister-president vulde een volledige uitzending van Op1. Andere gasten waren er niet. Een uur lang ratelde Rutte door. Hij liet geen moment stiltes vallen. Hij gebruikte met verve zijn beruchte stoplappentechniek. Hij zei bijvoorbeeld niet 'minister Yesilgoz'. Hij zei "Dilan, Yesilgoz, de minister van Justitie en Veiligheid". Daarna wijdde hij uit over het werkterrein van deze bewindsvrouw. Zo slaagde Rutte erin aan het woord te blijven zonder iets wezenlijks te zeggen.
Het ging over discussies, over het feit dat zijn functie meer gewicht leek te krijgen nu hij met bondskanselier Scholz en president Macron in de Europese Raad van Ministers zat, het ging over stappen die de regering steeds weer zette of ging zetten maar nooit over de richting die men was ingeslagen. Het was hogeschoolgelul.
Zelfs toen er gelegenheid was tot stemverheffing of vertoon van verontwaardiging deed Rutte dat niet: hij veroordeelde de acties van de kamerleden Baudet met zijn hondenfluitjes en Van Houwelingen met zijn fotoshops. Hij vond het schandalig dat demonstranten de koning voor landverrader hadden uitgemaakt maar er zat geen léven in die verontwaardiging. Zoals er ook geen leven zat in de spijtbetuigingen die hij met ruime hand uitstrooide over het gegeven dat zijn regering problemen zo laat en zo op het nippertje aanpakt. Nogmaals, het was hogeschoolgelul, bedoeld om in te verdwalen. Het was een eindeloze woordenstroom van het soort waar je bij wegdommelt.
Daarmee liet de premier haarscherp zien, wat er mis is met hem en waarom het tijd wordt een andere betrekking te zoeken. Rutte zat daar maar te keuvelen en belangrijk te doen en te vertellen hoe complex de problematiek is, terwijl miljoenen Nederlanders direct in hun bestaansbasis bedreigd worden. Voor hen is de problematiek niet complex. Voor hen is de problematiek eenduidig: zij kunnen hun rekeningen niet betalen. Zij weten dat hun schulden zó een aantal keren over de kop gaan als ze te lang in gebreke blijven omdat dan incassobedrijven en de deurwaarders zich met hun zuigsnuiten hun situatie nog hopelozer maken. Dát is hun problematiek.
De premier verklaarde een aantal malen dat Nederland er goed voor stond en dat er geen gebrek was aan dubbeltjes. Voor de Staat wel, voor een groeiend aantal burgers niet. Die avond had het consumentenprogramma Kassa nog eens nauwkeurig uiteengezet hoe contraproductief de haastig in elkaar geflanste regeling rond het prijzenplafond werkte voor grote groepen energiegebruikers. Bijvoorbeeld dat bezitters van een warmtepomp torenhoge stroomrekeningen krijgen zodat zij dit apparaat niet langzaam terugverdienen, maar er zwaar op moeten toeleggen ondanks alle mooie beloftes. Zo zwaar dat sommigen terugkeer naar het gas overwegen.
Wij, u en ik, staan er alleen voor. Dat bleek wel uit dit lange gesprek met de minister-president. We zitten stuk voor stuk vast op ons eigen onbewoonde eiland, omspoeld door de loze praatjes uit Den Haag. Minister-president, we hebben U genoeg gehoord. Verveel ons niet langer. Ga iets anders doen.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis.