Spunk-redacteur Derek Otte ontving een kogelbrief - Hier zijn reactie
Op het moment dat deze letters het netvlies van de lezer bereiken, leef ik nog. Denk ik. Maar het kan zomaar anders zijn, als ik sommige dreigementen moet geloven. Eens in de zoveel tijd lees ik via mailtjes dat er ergens een kogel voor mij klaarligt. In een bureaula van een medelander die ‘m met alle liefde door mijn hoofd zou jagen als ik niet stop met schrijven. Laatst ontving ik een brief die dit soort aankondigingen onderstreept. Vandaar dat ik de behoefte voel om mijn testament te delen.
Ik ben vaak het onderwerp van spot en hoon, om bepaalde standpunten die ik via artikelen en blogs inneem. Anonieme helden spuien geregeld hun ononderbouwde kritiek onder mijn werk. De lading stront die je over je heen krijgt op het moment dat je met ziel en zaligheid en onder je eigen naam roept waar je voor staat, is niet van de lucht. Ik vind het jammer, maar het schijnt erbij te horen. Voor mij ligt de grens echter bij serieuze doodsbedreigingen, ook al moet ik die volgens sommige mensen gewoon naast me neer leggen.
De brief in kwestie vormde voor mij een punt van bezinning. Ik vroeg mezelf oprecht af waar ik mee bezig ben en of dit het me waard is. Lezen dat je veiligheid een waanidee is, dat je een ziektekiem bent die moet worden uitgeroeid tot-ie uitgroeit tot een gezwel, dat je een landverrader van de ergste soort bent en dat je elke dag goed moet letten op wat er om je heen gebeurt, gaat je niet in de koude kleren zitten.
Ik heb getwijfeld, even. Ik wilde alles loslaten. Bepaalde brieven maken indruk. Schrijven is echter de reden dat ik leef, dat ik wil leven. En liever ga ik vroegtijdig dood om waar ik voor leef, dan dat ik lang leef maar me onderweg naar mijn laatste rustplaats al dood voel.
Van kleins af aan is mij geleerd dat wanneer de ene helft van de wereld je niet mag, je nog altijd de andere helft hebt. Dat mijn schrijfstijl niet iedereen aanspreekt, is normaal. De hardheid waarmee een andere mening soms gebracht wordt, blijft me echter verrassen. Keer op keer.
Mocht ik als jonge schrijver inderdaad zo’n ontzettend negatief middelpunt van de wereld vormen voor iemand die daar een moord aan wil koppelen, weet dan dat mijn intentie nooit geweest is om te provoceren of te beledigen. Ik wilde alleen mijn visie op allerhande maatschappelijke issues kenbaar maken, en waar ik kon een gevoel van herkenning en positiviteit bieden. Voor de keren dat me dat lukte, ben ik dankbaar. Op de support en complimenten ben ik trots.
Mijn muziekcollectie en mijn kleding zijn al gereserveerd, ik heb alleen nog een laptop en een gloednieuwe telefoon in de aanbieding. Wat daarna rest is een lading teksten op USB-sticks, servetjes, notitieblaadjes en A4-tjes. Ook die zijn echter al vergeven, aan iedereen die ze wil lezen. Tot lang na het moment waarop ik mijn laatste adem uitblaas.