Lief Nederland dat mij zo dierbaar is,
mijn jongste zoon vroeg vanmiddag mijn troost. Mijn achtjarige krullenbol, anders zo vrolijk, kwam vol verdriet uit school. Piekerend belde hij mij met de vraag of de PVV de verkiezingen heeft gewonnen: wil die ons het land uit hebben? Ai, mijn hart breekt. Wat zo’n verkiezingsuitslag doet in onze gezinnen. Toch kan ik hem geruststellen. Adam, zei ik, ‘partijen kunnen zoveel willen, maar zij zijn gebonden aan onze democratie’. Ik legde mijn zoontje uit hoe de democratie van top tot teen verankerd ligt in de grondwet, met huid en haar verbonden met alle vrijheden en grondrechten. Adam, zei ik, ‘ik, en ook je moeder, ooms en tantes, wij zijn blij dat wij Nederlanders zijn. Samen met de meeste Nederlanders zijn we lief voor elkaar. Blijf dat met je hart zien lieverd.'
Lief Nederland, ik begrijp zo goed de schrik over een winnende partij die stelselmatig tientallen jaren moslims vernedert, moskeeën, de koran en wil verbieden en moslims andere grondrechten wil ontnemen. Toch is vertrouwen in de democratische rechtstaat terecht, want die biedt bescherming en heeft geregeld dat discriminatie verboden en strafbaar is.
Daar houden wij in onze democratie elke politieke partij aan die regeren wil. Met achter ons de democratische rechtsorde; die waarborgt dat. Ja, dat krijg ik nog wel uitgelegd.
De pijn zit niet in ons als staatburgers, die zit in ons als mensen. Hoe wij als buren, collega’s of wijkgenoten onderling bang en achterdochtig worden gemaakt. Affectieve polarisatie, noemen de kenners dit. Ik krijg van Arnhemse moskeebezoekers de vraag: ‘Is dit alleen ongenoegen, of is het ook afkeer?’ Vragensteller Khaled toont het verschil te kennen tussen enerzijds het ongenoegen over onderwijs, woningmarkt en zorg en anderzijds de afkeer van mensen, van moslims. Maar de vraag stelt hij toch. Want het wantrouwen is wel degelijk gezaaid; mensen zoals hij worden voortdurend vernederd. Daar zit het venijn dat onder de huid kruipt van onze jongeren. ‘Nu weet ik hoe de Nederlanders echt denken’, zeggen de Arnhemse jongerenwerkers bitter teleurgesteld als wij een ronde maken.
Zo ligt het niet, er zijn sowieso nog 113 andere Kamerleden verkozen, een mooie royale meerderheid. Laten wij als mensen onder elkaar opkomen voor elkaars vrijheden. Wegduwen, dat is wat gebeurt als onderwijs, zorg en wonen onvoldoende beschikbaar zijn.
Hoogste tijd voor de regering om te investeren in onze overheidsdiensten, al dan niet verzelfstandigd. Want als de regering niet voldoende toegang organiseert voor onderwijs, zorg en wonen, lopen wij het risico dat achtergestelde groeperingen elkaar tot zondebok aanwijzen.
In Arnhem zijn wij aardig op dreef met het nationaal programma voor leefbaarheid en veiligheid in achtergestelde wijken in Arnhem-Oost. En ook met de democratische vorming in pedagogische wijken, waar docenten, jongerenwerkers en straatcoaches een opgroeiende generatie helpt opvoeden. Omkijken naar elkaar – dat valt te leren. Wij zijn begonnen.