Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen over de geestelijke gezondheid. Zie hier eerdere afleveringen.
Beste Bram,
Vergeven.
Eén van de lastigste dingen om te doen.
Eén van de dingen waar het eenduidigst over gedacht wordt;
het is goed voor je, en voor degene die je vergiffenis schenkt.
Ziezo, klaar.
Ik was oprecht opgelucht toen ik op LinkedIn een beschouwing over vergiffenis las door Iris Verhoeven, psychosociaal- en traumatherapeut, die net als ik moeite bleek te hebben met de algemeen geldende opvattingen over vergiffenis. Ze waagde het om te veronderstellen dat er soms nadelen aan kunnen zitten en dat er ook andere, minder geplaveide routes kunnen zijn, die heilzaam zijn maar niet per se bij vergeving uitkomen. Net als jij, Bram, schuwde zij het niet om daarbij uit eigen ervaring te putten.
Eerst dit: de andere kant van vergeven is die van vergiffenis ontvangen, met of zonder excuses aanbieden. Ook daar valt veel interessants over te bestuderen en misschien doe ik dat ook nog een keer, maar voor nu houd ik het op de positie van de gekwetste persoon. Ik besef dat dat in sommige gevallen ook beide personen kunnen zijn, maar als ik al deze nuances steeds meeneem kom ik niet bij de essentie.
Naast het gevoel van een kloppend, organisch vergeven kent iedereen ook situaties waar dit niet zo is. Het is mij vaak opgevallen hoe vanzelfsprekend dat terzijde wordt geschoven. Als je de woorden maar zegt, leren we immers al vroeg. Soms is het aangeboden excuus overduidelijk niet met hart en ziel gemeend, maar is ofwel een gebaar voor de bühne, ofwel een impliciete vraag of het nou ‘ns klaar is. Kijk bijvoorbeeld naar de politiek, waar gênant lang wordt vergaderd over wel of niet excuses maken voor historisch wangedrag; wat voor glans heeft dat uiteindelijke, zuinige excuus daarna nog? Maar we accepteren het!
We leren dit al op het schoolplein, als een ongeduldige leerkracht ons pinnig aanspoort om het kind te vergeven dat ons een dreun heeft verkocht die nog op onze wang nagloeit. Handje geven, klaar. Dat vinden we dan: het is klaar.
Vergeving schenken terwijl de pijn nog te rauw is, is een daad waar je een flinke prijs voor betaalt, betoogt Verhoeven, en ik ben dat met haar eens. Je laat jezelf in de steek, in je ijver om een verstandig, constructief mens te zijn. Extra veel werk om je eigenwaarde te repareren is het gevolg. We hebben allemaal weleens de opgeluchte aftocht gadegeslagen van degene die we vergeving schonken, terwijl we van binnen voelden: Jij zet nu een streep. Jij vindt dat je hebt afbetaald. Maar je hebt mij niet begrepen, niet werkelijk gezien, en je leert niets.
Dat klinkt misschien pedant; hoe kan ik dat zeker weten over die ander? Kom op: soms weet je dat. Je weet dan bovendien dat de kans op herhaling levensgroot aanwezig is. Misschien vergeef je onder druk van derden. Dit gebeurt vaak, té vaak. Het argument is dan dat iemand jou en degene die je vergeeft weer tegelijk in een kamer wil kunnen hebben zonder gedonder, of dat nou om emotionele of om zakelijke redenen is. Daar is het vergevingsritueel helemaal niet per se voor nodig. Enkel redelijkheid en consideratie voor die derde.
Wie mag bepalen of jouw pijn nog te rauw is voor vergeving? Wie snapt dat, wie kan zich überhaupt in jou inleven? We praten heel weinig over het proces waarin een gekwetst mens verwikkeld is. We houden onze ogen op het eindpunt gericht -de vergeving- en vragen vooral: hoeveel kilometer denk je dat je nog moet en hoe hard ga je? We hebben behoorlijke haast als het de verwerking van een ánder betreft…
Wat gebeurt er als iemand (nog) niet vergeeft? Een heleboel. En -uitzonderingen daargelaten- ook een heleboel niet, terwijl we dat er wel van verwachten, volgens mij. We zijn niet vanzelfsprekend nog net zo razend als vlak na het ontvangen van de kwetsuur, we wensen degene die ons kwetste niet vanzelfsprekend allerlei narigheid toe, we saboteren en belasteren diegene niet vanzelfsprekend, we koesteren onze afkeer niet vanzelfsprekend. Meestal zijn we bezig, volop bezig, in onszelf. En misschien zelfs met die ander, die ons kwetste.
Ook bij vergevings-kwesties zie je vaak de begrijpelijke wens weerspiegeld dat issues echt klaar zouden moeten kunnen zijn op een bepaald moment. Om dat gewenste eindpunt te forceren zeggen we “dat je niet hoeft te vergeten om te kunnen vergeven”. Nee, dat klopt, maar het is geen argument om tot vergeving te pushen. Bovendien kun je daar juist aan zien dat er dus toch nog “iets” doorgaat… iets niet klaar is….
Naast vergevingssituaties die klopten en daardoor ook echt iets heelden, ken ik zelf ook heel andere processen die niet bij dat vergevingsmoment uitkwamen. Soms is vergeving en vergeving vragen gewoon te heavy voor de betrokkenen. Ook dan kan er veel waardevols gebeuren, met of zonder toenadering, voor beiden.
Bram, hoe denk jij over vergiffenis?
Warme groet,
Mirjam
Ha Mirjam,
Wat een toeval dat je juist nu dit onderwerp ter sprake brengt: ik ben er flink mee aan het stoeien momenteel, en schreef er een stuk over dat in ‘Oud zeer’ is opgenomen (deze week is dat boek er eindelijk…) Ik zal even vrij vertalen waar ik op uit kwam, als tussenstand: mijn moeder was een groot liefhebber van de ‘Waarheids- en verzoeningscommissie’ die na de apartheid werd ingesteld in Zuid-Afrika. Het lukte de onlangs overleden Desmond Tutu wonderbaarlijk goed om daders en slachtoffers van de wandaden uit de tijd van de apartheid met elkaar in contact te brengen, ze werkelijk te laten verbinden. En van daaruit kon opvallend vaak vergeven worden, door de slachtoffers. Maar: het was een collectief proces, dat veel vroeg van iedereen in het land. Wat denk je dat mijn moeder zelf niet goed kan? Vergeven… Ze is boos dat ik het verhaal van mijn moeizame jeugd publiek heb gemaakt, en heeft het contact met me verbroken. En ondertussen verlangt ze volgens mij dat ik haar wel vergeef, de goedbedoelde misperen uit mijn jeugd terzijde schuif.
Heb ik haar, en mijn vader, inmiddels vergeven wat er niet goed is gegaan vroeger? Ik denk dat ik een eind op weg ben, en ik hoop dat ik ooit kan zeggen dat ik het volledig heb afgerond, dat vergevingsproces. Maar ben ik daar al? Ik denk nog niet helemaal, als ik eerlijk ben.
Het is een proces, dat vergeven, laat me dat benadrukken. Het vreet energie en het kost ook heel veel tijd. Het verloopt grillig, met stapjes voor- en achterwaarts. Het is een emotionele achtbaan, en er is weinig rationeels in te ontdekken. Ik geloof dat het uiteindelijk goed voor ons is om mensen die ons pijn hebben gedaan in het verleden te vergeven, omdat het je rust geeft. Maar ik begrijp dat er mensen zijn die twijfelen. Misschien ook omdat het gemakkelijker is gezegd dan gedaan? Het is geen trucje van het verstand…
De relativering van Iris Verhoeven die jij aanhaalt vind ik zeer vermeldenswaardig: nooit heeft alles alleen maar voordelen, en het vergeven tot een vorm van kunst promoveren lijkt me ongepast. Je moet het kunnen, en willen. En laten we niet vergeten dat wrok en rancune goede brandstof kunnen zijn om je te ontworstelen aan een pijnlijk verleden. Of de mildere variant: je eigen pijn op een positieve manier aanwenden door bijvoorbeeld hulpverlener te worden. Dan hoef je niemand uit jouw eigen verleden te vergeven, terwijl je toch goed werk gaat doen.
Weet je wat interessant is? Ik las wat je me schreef en terwijl ik dat deed wachtte ik op het woordje ‘schuld’. En dat kwam niet… Mijn vraag aan jou is: veronderstelt vergeving niet altijd dat er een dader is, iemand die de schuld draagt voor jouw pijn? En is het ‘mislukken’ van vergeving niet vaak terug te voeren op een gebrek aan consensus over het daderschap?
De dingen waar ik mee worstel in het hier en nu zijn grotendeels terug te voeren op gebeurtenissen in mijn jeugd. Maar: is er iemand schuldig aan wat ik in het hier en nu ervaar? Daar past voor mij geen ondubbelzinnig ‘ja’ bij. Mijn ouders hebben een zeer grote rol gespeeld in wie ik nu ben. Met geslaagde en minder geslaagde kanten. Ik had mijn opvoeding graag anders gezien, weet ik nu. Maar mijn moeder (papa was nogal afwezig) deed haar stinkende best, en ze deed ook wat zij dacht dat het goede was. Een kind slaan was in die tijd ook iets anders dan nu. Hoe moet ik haar iets vergeven dat zij zelf misschien niet eens beleeft als iets problematisch of verwijtbaars?
Aan vergeving gaat consensus vooraf, en verbinding natuurlijk. Als die er niet is wordt het nooit een bevredigend proces. En het is pas geslaagd als beide partijen het zo kunnen ervaren, in gezamenlijkheid…
Weet je wat het ook is, Mirjam? Excuus is nauwelijks meer gekoppeld aan emoties tegenwoordig. Politici maken met nauwverholen tegenzin excuus voor wandaden in het verleden. Het is helaas vaak niet doorleefd, niet invoelbaar, en daardoor betekenisloos voor de pijnlijdende slachtoffers.
Ik denk dat vergeving volgt op het zich daadwerkelijk inleven in de pijn van een gekwetst medemens, en dat vergeving nooit echt mogelijk gaat zijn zolang dit niet is gebeurd. Het erkennen van wat er gebeurd is vormt de eerste, belangrijkste en niet te vermijden stap in het proces dat we vergeving noemen. Dat betekent dat de aanstichter van de pijn de eerste stap doet. Slachtoffers die excuses eisen krijgen meestal niet waar ze naar verlangen: dat ze kunnen vergeven, en hun leven hervatten. Daarom is het vergeven van de ouder die nooit heeft erkend wat er met jou als kind is gebeurd ook zo’n onmogelijke opgave. En dus ploeteren de meeste kinderen met oud zeer verder zonder perspectief. Slechts professionele hulp resteert…
Warme groet terug,
Bram