Door: Jan Berghuis en Roel Berghuis
Vanaf 7 oktober jl. lazen we elke zaterdag een artikel in een serie van 4 grote verhalen over de vraag: wat als Tata Steel er in de IJmond niet meer is? De journalisten Bart Vuijk en Linda Gottmer starten hun eerste artikel met reacties van lezers van de regionale dagbladen van Mediahuis. De lezersoproep in de krant vorig jaar luidde: Is toekomst zonder Tata denkbaar? En welke scenario’s liggen dan voor de overgebleven lap grond in het verschiet?
Ze reisden af naar gebieden in Europa. Voor verhaal 2 van de journalistieke zoektocht gingen de journalisten naar België waar een doemscenario vol leegstand, roest en armoede realiteit werd in de mijnstreek rond Charleroi. Voor deel 3 gingen zij naar Duitsland, waar oude leegstaande staalfabrieken in het Ruhrgebied een nieuw leven kregen en toeristische trekpleisters werden. Verhaal 4 ging over een plan om een stad te bouwen op een groot deel van het terrein van de staalfabriek in Velsen.
Eenzijdig
De geïnterviewden in de serie zijn vaak ondermaatse vertegenwoordigers met een beperkt zicht op de realiteit en problemen. De insteek van de serie verhalen is aanmatigend en eenzijdig en soms zelfs beledigend naar de Walen bijvoorbeeld, die in hun slachtofferrol zouden blijven zitten. De serie gaat er vanuit dat we in IJmuiden en Nederland uiteindelijk ook wel zonder de staalindustrie kunnen. Terwijl er 11.000 mensen in Nederland direct aan het produceren van staal werken. En tienduizenden Zuid- en Noordhollandse inwoners indirect werk hebben en meeprofiteren van de staalfabriek die hier al ruim 100 jaar staat. De staalfabriek houdt de IJmond in zijn greep en ook bij elkaar. En de energietransitie en klimaattransitie kan niet zonder staal. We leven in staal. Het sluiten van staalfabrieken zal gevolgen hebben voor de levens in België, Nederland en Europa. Het gaat naar elders: viezer en ongezonder. Bovendien dreigt de desolate armoede van Charleroi wel degelijk. Waar moeten de staalarbeiders gaan werken? Bij de toeleveringsbedrijven die nu nog op het Tata- terrein werken? Of in de florerende horeca van Wijk aan Zee voor 10 euro per uur?
Het laatste artikel ‘Hoogovens inruilen voor Tata City’ is gebaseerd op een plan van architect Pieter van Duijn, die overduidelijk met iedereen een appeltje te schillen heeft. En over hoogmoedswaanzin beschikt. En eigenlijk niet serieus te nemen is. De suggestie dat woningbouw een alternatief zou zijn voor staal maken is een luchtkasteel, want deze woningen zullen voor ‘gewone mensen’ onbetaalbaar zijn alleen al vanwege de gigantisch kosten om het terrein te saneren en woningen te kunnen bouwen. In luchtkastelen kun je niet leven en werken. Een maatschappij kan niet alleen worden opgebouwd rond diensten of toerisme, waarbij de industriële productie wordt verplaatst naar andere delen van de wereld.
Enig reëel perspectief ontbreekt in de serie over de toekomst van de staalfabriek van het Noordhollands Dagblad. Een schone staalfabriek. Met ovens op waterstof en elektriciteit. En een groen industrieel complex met verduurzaamde activiteiten die het staal produceren minder kwetsbaar maken en die van groot belang zijn voor de Nederlandse en Europese economie.
Energiehaven
Het programmabureau Noordzeekanaalgebied werkt, in opdracht van het Rijk, Provincie en IJmond-gemeenten, aan ruimtelijke plannen en inrichting voor een deel van het Tata-terrein rond de Averijhaven, onder de noemer Energiehaven plus. Het Tata Steel-terrein heeft een omvang van 1.500 voetbalvelden. Het staalbedrijf zou ruim baan moeten geven aan een nieuwe innovatieve, groene, sociale en circulaire thuisbasis voor de Nederlandse staal en gerelateerde maakindustrie. Daar is 20% omvang van het bedrijfsterrein voor nodig. Het zal bijdragen aan de economische duurzaamheid van een vergroend staalbedrijf, de afhankelijkheid in de regio van Tata verminderen, de energietransitie helpen met een focus op groene winderenergie op zee tot realisering van milieu en klimaatdoelstellingen, een overstap naar meer groene windenergie en behoud en zelfs uitbreiding van werkgelegenheid. En misschien nog belangrijker; het staalbedrijf wordt hiermee veel waardevoller voor de Nederlandse en Europese economie. Het gaat er om de hele regio deelgenoot te maken van nieuwe ecologische bedrijvigheid, waarmee ook duurzame banen worden gecreëerd. Dit plan is ingebracht door stichting denktank Zeester en FNV Tata Steel.
Het is ons een raadsel waarom de top van Tata deze weg niet kiest. Het is ook een raadsel waarom de redactie van het Noordhollands Dagblad niet één van de vier artikelen heeft gewijd aan deze ideeën en de vergroening en verduurzaming van het staalbedrijf.
Dergelijk artikelen zouden juist passen in de missie van de krant en eigenaar Mediahuis: “Mediahuis gelooft onvoorwaardelijk in onafhankelijke journalistiek en sterke, relevante media die een positieve bijdrage leveren voor mens en maatschappij”. De serie artikelen over de toekomst van de staalfabriek waren van een beroerd niveau waarin luchtfietsers zonder enige tegenspraak hun onzinnige alternatief voor het staalbedrijf konden verkondigen.
Jan Berghuis is voormalig vakbondsbestuurder in de Metaal voor de FNV en heeft jarenlang gewerkt als staalarbeider bij de Hoogovens
Roel Berghuis is voormalig vakbondsbestuurder bij Tata Steel, de Nederlandse Spoorwegen voor de FNV en was smelter bij de Hoogovens