Het kabinetsbeleid dat de hoeveelheid stikstof naar beneden moet brengen is dusdanig ondermaats, dat een deel van de natuur reddeloos verloren is. Dat blijkt uit nieuwe metingen van het RIVM. De enige oplossing is om dat beleid fors aan te scherpen. Het nieuwe ultrarechtse kabinet dat een broertje dood heeft aan natuur, is juist van plan dat beleid te versoepelen.
De stikstofuitstoot reduceren is geen Nederlandse aangelegenheid, maar een verplichting op grond van Europese wetgeving. De kabinetten-Rutte hebben als doelstelling in de wet opgenomen dat in 2025 40 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW (kritische depositiewaarde, de stikstoftolerantiegrens) gebracht moet zijn, in 2030 50 procent en in 2035 74 procent.
De Volkskrant schrijft:
Maar vorig jaar zomer bleek uit nieuw wetenschappelijk onderzoek dat een groot aantal natuurtypen veel gevoeliger is voor een overmaat aan stikstofneerslag dan eerder aangenomen. Ook bleek uit metingen in het veld dat de rekenmodellen van het RIVM de stikstofdepositie in natuurgebieden, die rekenkundig wordt afgeleid van de berekende uitstoot van veehouderijen, wegverkeer en industrie, hebben onderschat. De modellen zijn nu bijgesteld, wat resulteert in een hoger berekende stikstofbelasting.
Een manier om de doelen wel te behalen is om de grootste uitstoters, grote veehouderijen, uit te kopen. Een groot deel van de Tweede Kamer (lees: de rechtse partijen) waren fel tegen. Ook het nieuwe kabinet gaat hier niet mee verder, sterker nog, die zetten qua natuurvernietiging nog een tandje bij. De nieuwe ultrarechtse coalitie wil de krimp van de veestapel van tafel, de vergunningverlening voor boeren die willen uitbreiden vergemakkelijken en de maximumsnelheid op snelwegen weer verhogen naar 130 kilometer per uur.