Laten we de kosten voor de zorg nu eens beschouwen als een investering in de gezondheid en het welzijn in onze samenleving
Een storm van kritiek is losgebarsten op de plannen van zorgverzekeraar Menzis. Menzis wil prestatiebekostiging invoeren in de geestelijke gezondheidszorg, de GGZ. Dokters krijgen hun geld voortaan op basis van vragenlijsten waarop patiënten aan moeten geven of ze al dan niet beter zijn geworden door de behandeling. Dokters en patiënten lopen te hoop. Op het politieke front is het echter muisstil. Begrijpelijk want in 2011 stemde de Tweede Kamer vrijwel unaniem voor invoering van prestatiebekostiging in de zorg. Het is echter een levensgevaarlijke cocktail als private zorgverzekeraars met winstoogmerk patiënten tot afrekennummers maken. De fixatie om de kosten te drukken tast het recht op goede zorg voor iedereen aan. De plannen van Menzis moeten van tafel.
Wat zit er achter deze drang om zorg te betalen op basis van resultaten in plaats van geleverde zorg? Een aantal vooronderstellingen ligt daaraan ten grondslag.
De zorg is te duur en dat komt omdat hulpverleners ondoelmatige zorg bieden of patiënten onnodig om hulp vragen. Het is georganiseerd wantrouwen dat hieruit spreekt met alle nadelige gevolgen van dien. Ook voor de arts-patiëntrelatie. Wat moet een patiënt in een dergelijk systeem denken? Stopt mijn psychiater nu met de behandeling omdat ik te duur ben? Het systeem van Menzis pakt immers zo uit dat langer behandelen dan een bepaald gemiddelde leidt tot financieel verlies voor de zorgaanbieder. Als je de zorg reduceert tot getallen en vragenlijstjes aan patiënten gaat dat ten koste van de kwaliteit en toegankelijkheid. Verder zal de bureaucratie in de GGZ verder toenemen. Vragenlijsten moeten worden ingevuld bij moeilijk te objectiveren aandoeningen als angststoornissen en depressies. En die bureaucratie komt vooral op het bordje van zorginstellingen en patiënten. En we moeten vrezen voor het afschuiven of niet behandelen van ‘moeilijke’ patiënten. Patiënten immers die meer dan een gemiddeld aantal behandelingen nodig hebben worden kostenposten.
Een systeem waarbij niet de beste behandeling maar de goedkoopste behandeling wordt beloond is gevaarlijk. Zeker ook voor de kwetsbare GGZ-patiënt.
Wat moet er dan wel? We moeten stoppen met de mantra dat de zorg onbetaalbaar zou zijn of worden in Nederland. Met tien procent van het Bruto Nationaal Product wijken de zorguitgaven in Nederland – met uitzondering van het totaal vermarkte en inefficiënte systeem in de Verenigde Staten – niet echt af van die van andere westerse landen om ons heen. Laten we stoppen met de marktwerking en dat georganiseerde wantrouwen in de zorg. Laten we de kosten voor de zorg nu eens beschouwen als een investering in de gezondheid en het welzijn in onze samenleving. En laat de zorgverzekeraars de driehonderd miljoen euro die nu jaarlijks op de plank blijft liggen investeren in het wegwerken van de wachtlijsten in de GGZ en het echt helpen van de patiënt.