Onbekend maakt onbemind. Dat verklaart vermoedelijk waarom mensen die in de buurt wonen van een asielzoekerscentrum, positiever denken over asielzoekers dan mensen uit de rest van Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).
Volgens de onderzoekers hebben buurtbewoners onder meer een positief beeld van asielzoekers omdat ze nauwelijks last van hen hebben. Vaak zijn buurtbewoners van tevoren bang dat komst van asielzoekers tot incidenten zal leiden, en blijkt dat in de praktijk ontzettend mee te vallen. Voor zover er problemen zijn, worden die hoofdzakelijk veroorzaakt door asielzoekers uit veilige landen en zogeheten Dublinclaimanten die eerder al zijn geregistreerd in een ander EU-land. “Sommigen van hen hebben al in verschillende Europese landen asiel aangevraagd en hebben niets meer te verliezen”, constateren de onderzoekers.
Uit het onderzoek blijkt ook dat bijna de helft van de Nederlanders (45 procent) bereid is om vluchtelingen te helpen, bijvoorbeeld door taalles te geven. Onvrede over vluchtelingen hangt volgens de onderzoekers vaak samen met een breder levend maatschappelijk ongenoegen. De onderzoekers schrijven :
"Als burgers negatieve indrukken hebben van het land als geheel, hebben ze meer sympathie voor het gebruik van geweld jegens asielzoekers, ongeacht wat er lokaal speelt. (…) Mensen die écht tegen migratie en tegen migranten zijn, klonten op dit onderwerp samen met een veel grotere groep mensen die zich ernstig zorgen maakt over de samenleving, maar voor wie migratie niet per se de grootste zorg is. Voor die laatsten is migratie slechts een van de facetten van wat er mis gaat in Nederland: de kern van hun zorg is dat er sprake is van een omvangrijk en breed maatschappelijk verval, van een overheid die de controle kwijt is en niet bij machte is het tij te keren."