Opeens zie ik glashelder waar het heen moet.
Peinzend over de toekomst van Europa slenter ik door Berlijn. Geleerden vrezen dat ons continent deze eeuw een speelbal van grootmachten China en Amerika wordt, maar eigenlijk is dit al zo. Doordat we geen gezamenlijk leger, buitenlandbeleid en kernwapenarsenaal hebben, hoeft niemand bang voor ons te zijn.
Dit verandert zodra we de Europese Federatie oprichten en één land worden. Omdat ik mij monomane figuren als Frans Timmermans aan het hoofd van zo’n superstaat voorstelde, gruwde ik van het idee. Als je verder denkt, lijkt het onwaarschijnlijk dat Timmermans in een directe verkiezing op de plek zou belanden waar hij nu zit.
Toch ontstaat door deze oplossing de mogelijkheid dat Europeanen volledig geregeerd worden door leiders die – letterlijk – hun taal niet spreken, filosofeer ik terwijl in de verte de glazen koepel van het Rijksdaggebouw opdoemt. Het kan onveilig voelen wanneer iemand die jou onvoldoende verstaat, over jouw lot beslist.
‘Mehr Sex, probieren wir’s aus’, schreeuwt een rondslingerende poster ter hoogte van de Brandenburger Tor. Nadere bestudering leert dat het om een affiche van het Volksentscheid Grundeinkommen gaat, een actiegroep die pleit voor experimenten met het basisinkomen. Dat er vaker gesekst zal worden, is een van de argumenten.
‘Weniger Existenz-angst, probieren wir’s aus’, staat op een andere advertentie. Opeens zie ik glashelder waar het heen moet. Behalve onmiddellijke federalisering, het optuigen van één sterk leger en de aanschaf van een fors kernwapenarsenaal, dient de bestaanszekerheid van iedere Europese burger gegarandeerd te worden.
Alleen zo voelt bijvoorbeeld een Portugees zich veilig genoeg om zichzelf aan het gezag van een Duitser te onderwerpen. Mensen die bang zijn voor de aanzuigende werking van het basisinkomen op migranten kunnen worden gerustgesteld: Europa voert reeds een bikkelhard asielbeleid.
Mezelf met basisinkomen en atoombom verschansen in Fort Europa, ik moet bekennen dat ik mijn toekomst leuker had voorgesteld.