Meeste EU-geld voor natuurbehoud gaat naar aaibare dieren

Sexy zoogdieren en vogels krijgen veel meer geld uit de EU-pot voor natuurbehoud en biodiversiteit, dan dieren die minder tot de verbeelding spreken. Met name ongewervelde dieren komen er bekaaid vanaf, blijkt uit een nieuwe studie. Dat schrijft The Guardian.

De onderzoekers stellen vast dat de EU geld vrijmaakt om 23 procent van de gewervelde dieren te beschermen, terwijl slechts 0,06 procent van de ongewervelde diersoorten op financiële steun kan rekenen. Zo gaat er bijna net zoveel geld naar de bescherming van bruine beren, wolven, roerdompen en Euraziatische lynxen als naar alle ongewervelde dieren samen.

“Er zijn een paar soorten die alles krijgen”, constateert hoofdonderzoeker Stefano Mammola. “Er staat maar een spin in de habitatrichtlijn, een paar schaaldieren en geen enkele parasiet.” De Italiaanse ecoloog vindt dat teleurstellend. “We zouden inmiddels op het punt moeten zijn dat we niet meer hoeven uit te leggen waarom het beschermen van de biodiversiteit zo belangrijk is.”

Volgens Mammola zijn de verhoudingen nu volledig zoek: er zou veel meer geld moeten gaan naar het beschermen van ongewervelde dieren. Insecten sterven acht keer zo snel uit als vogels, zoogdieren en reptielen. Er is de afgelopen decennia sprake van een ware insectenapocalyps. Dat is onder meer te zien op autoruiten, waar ’s zomers veel minder insecten op te pletter vliegen dan twintig jaar geleden.