© cc-foto: Jan Ubels
De afgelopen twintig jaar is door schaalvergroting één op de twee zelfstandige boerenbedrijven gestopt - de afgelopen zeventig jaar zelfs zes op de zeven. Van wat zich nu nog 'boer' noemt, is een groot deel de mega-investeerders die voor platte winst de plattelandsgemeenschappen kapot hebben gemaakt. Het gevolg van staand beleid.
Deze investeerders hebben minder verstand van dieren dan van leningen, subsidies en spreadsheets. De stal zien ze nooit, het schoonmaken, melken, voeren en slachten laten ze over aan machines en dagloners. Voor het eigen land produceren ze niet: het voer wordt geimporteerd en het vlees wordt weer geexporteerd. Daarbij: de boer melkt het vee, de agro-industrie en de bank melken de boer. Een heel verdienmodel. De boer van nu zit gevangen in het systeem, de boeren van toen zijn in meerderheid al lang stadsbewoner geworden.
Nu wil 'de boerenstand' in de waterschappen het grondwater zo laag mogelijk hebben, zodat meer vee kan grazen. Maar als dat gebeurt, verzilt het land, zodat we over een decennium op een zoutkorst zitten waar niets meer op groeit. Daarnaast raakt onze bodem vertieft, niet alleen met ammoniak (stikstof), maar ook met bestrijdingsmiddelen - die we vervolgens zelf binnenkrijgen, de boer voorop.
Over dierenwelzijn heb ik het maar even niet.
Het huidige beleid maakt niet alleen het boerenland maar ook de boerenstand kapot. Wie het boerenland echt een warm hart toedraagt wil deze situatie daarom bsoluut niet laten voortduren, maar juist stoppen, zelfs omkeren. Minder vee, en meer echte zelfstandige boeren, die verstandig omgaan met het land, dat zou het doel moeten zijn.
Dat mag wat kosten, en daar is bijna iedereen het over eens. Het geld is er in tegenstelling tot voor vele andere noodlijdende andere sectoren ook al lang ruim voor uitgetrokken. Vijfentwintig miljard, je zou het maar cadeau krijgen voor onderwijs of zorg, of als gedupeerde in Groningen, of voor de ellende van de toeslagen. Daar moeten ze het met hooguit een zuinige tien procent van zo'n bedrag doen, en meestal minder.
Maar het moet nu dan ook echt met de vuist ingevoerd gaan worden, want lief vragen helpt niet om de graaiers weer terug in hun hok te krijgen. Daar zijn de belangen te groot voor. Het sterkst zijn altijd de gevestigde belangen: BBB is opgericht door een marketingbedrijf, en de boerenprotesten, die zonder het zware materieel dat andere sectoren bij demonstraties moeten missen trouwens lang zo indrukwekkend niet zouden zijn, zijn fully sponsored en georganiseerd door de agro-industrie.
Hier geldt: zachte heelmeesters maken stinkende wonden. De tegenstand groeit door onzekerheid. De politiek zou een keer duidelijkheid moeten durven geven, juist in het belang van boeren.
Alle partijen rechts van D66 doen echter juist het omgekeerde: de problemen ontkennen of bagatelliseren, pappen en nathouden, en ondertussen mooie beloftes doen van high-tech oplossingen die niet blijken te bestaan. Het enige wat deze partijen willen en kunnen is vertragen, het in stand houden van de ongezonde situatie, die boeren nu al de nek kost, en ze bovendien in onzekerheid houdt. Allemaal voor de korte termijnwinsten.
De enige echte winst (en wellicht de enige echte motivatie) van vertragen en blokkeren is het opdrijven van de uitkoopsommen voor de grootste vervuilers. Maar dit resulteert er wel in dat er minder geld overblijft voor de boeren die verder willen en kunnen met hun bedrijf. De boer is kortom de speelbal, en zijn land het slachtoffer.
cc-foto: Jan Ubels