Met het nieuwe kabinet lijkt het debat rond de transitie naar proefdiervrij te verstillen. Waar Nederland jarenlang zich heeft uitgesproken om koploper te willen zijn in de transitie naar proefdiervrij, dreigt dit nu afgezwakt te worden. Morgen debatteert de Kamer erover.
Wie opkomt voor dierenrechten krijgt regelmatig het verwijt te emotioneel te zijn. Wetenschappers benadrukken vaak dat proefdieren onmisbaar zijn voor het oplossen van ernstige menselijke ziektes zoals Parkinson, kanker, Alzheimer en diabetes. Het lijden van apen, honden, muizen, konijnen en ratten in laboratoria zou een onvermijdelijk offer zijn voor het grotere goed. Maar klopt dit wel?
Dit argument houdt geen stand. Het is net zo emotioneel geladen als de kritiek op dierenrechtenactivisten en bovendien misleidend. Onderzoek naar complexe ziekten met behulp van dierproeven loopt al decennialang, maar tastbare resultaten blijven uit. Veel doorbraken blijven steken bij het behandelen van ziekten bij dieren. De vertaalslag van dier naar mens blijkt vaak lastig of zelfs onmogelijk, juist omdat de ziektebeelden zo complex zijn.
Ondertussen lijden in Nederland jaarlijks honderdduizenden dieren onder experimenten. Veel van deze proeven vinden plaats omdat Europese wetgeving dat vereist. Dieren sterven vaak uitsluitend om administratieve vinkjes te kunnen zetten. Hun leed wordt systematisch gebagatelliseerd. Een aap krijgt bijvoorbeeld een verblijf van slechts 4 m² en elektroden in zijn hoofd. Dat zou nauwelijks belastend zijn. Overdag dorst lijden? 's Avonds mogen ze toch drinken. Een elektrische schok? Die is zogenaamd "licht". Dit soort framing miskent de pijn en angst die deze dieren daadwerkelijk ervaren.
Als dierenrechtenorganisatie willen we het perspectief van de dieren centraal stellen. De ethische implicaties van dierproeven worden structureel onderschat. Mensen behandelen we niet zomaar als middel tot een doel; hetzelfde principe moet ook voor dieren gelden. Laboratoriumdieren voelen pijn, ervaren stress in kale kooien en isolement, en kennen angst als ze worden gedood—of dat nu door vergassing, het breken van de nek, of een dodelijke injectie is. Dit kunnen en mogen we als maatschappij niet blijven accepteren.
Het is tijd om een duidelijke grens te trekken: dierproeven zijn een morele nulllijn die we niet mogen overschrijden. We vragen dan ook dat de Tweede Kamer in het aankomende debat de noodzakelijke stappen zet om de transitie naar proefdiervrije wetenschap te bespoedigen.