Demissionair premier Mark Rutte was woensdagavond aan het eind van het coronadebat boos op Sylvana Simons van BIJ1. Zij had een motie ingediend waarin onder meer stond dat het coronabeleid van het kabinet ’30.000 doden tot gevolg’ heeft gehad. ‘Onbeschaamd en onbeschaafd’, aldus de vanwege het toeslagenschandaal afgetreden premier Rutte die zei dat ‘je niet alles kunt zeggen’ en dat ‘woorden kunnen kwetsen’. Volgens Rutte is het een kwestie van ‘beschaving’ om grenzen te stellen ‘aan wat je zegt’. De motie van BIJ1 riep de regering op met de huidige coronastrategie te breken.
Eerder al had Simons het kabinet verweten dat de strategie eruit bestond het virus ‘gecontroleerd te laten uitrazen’, oftewel het doelbewust creëren van groepsimmuniteit. Er zou alleen zijn gestuurd op het voorkomen van een overbelasting van de medische zorg, met name de intensive care-afdelingen. In de motie, die overigens door geen andere partij werd gesteund, zei BIJ1 dat deze aanpak ‘de volksgezondheid ernstig heeft geschaad’.
Een zichtbaar opgewonden Rutte kon de motie niet waarderen. Die was volgens hem ‘verschrikkelijk’ en raakte zowel hem, als ook Hugo de Jonge ‘enorm’, evenals de mensen die achter de schermen werken aan de bestrijding van het virus. Volgens de demissionaire premier verwijt Simons hen eigenlijk ‘dood door schuld van 30.000 mensen’.
Simons hield echter vol dat het ‘not done’ is om ‘koste wat kost vast te houden aan een beleid waarvan we na anderhalf jaar moeten concluderen, en zeker na het weekend dat hier vandaag ter discussie staat, namelijk het loslaten van allerlei maatregelen met desastreuze gevolgen, ik vind het onbeschaafd om daar niet de verantwoordelijkheid voor te willen nemen.’
Dat Nederland heeft aangestuurd op groepsimmuniteit, anders dan door vaccinatie, bestreed Rutte overigens eerder in het debat al. Volgens hem heeft het kabinet alle mogelijke maatregelen genomen om zowel de zorg als de kwetsbare mensen te beschermen. Dat er 30.000 mensen zijn overleden aan het coronavirus noemde Rutte ‘relatief beperkt’ ten opzichte van veel andere landen.