Vrij sip vernam ik vorige week dat Gidi Markuszower toch geen vice-premier werd. Hoewel de Haagse circuspiste reeds een rijke bron is voor columnisten, had ik die grote boze Markuszower-beer er graag bij gehad, dan weet je zeker dat er altijd iets te schrijven valt. Aan de rel rond zijn opvolger als beoogd minister, ene Marjolein Faber, schonk ik geen aandacht. ‘Met haar wordt het nooit zo leuk als met Gidi’, mokte ik inwendig. Zo kwam het dat ik tot afgelopen dinsdagavond alleen foto’s van Faber had gezien, ze oogde inderdaad als een boosaardige weeshuis-directrice.
‘Nou ja, laat ik eens kijken waar alle Faber-opwinding vandaan komt’, zette ik me dinsdagavond eindelijk over de teleurstelling heen. Ik typte ‘Marjolein Faber’ in de zoekbalk van YouTube, klikte op het eerste de beste filmpje, en na een minuut was ik de naam van de meneer die in eerste instantie vicepremier zou worden vergeten.
‘Wrokkige bastaardzus van Rita Verdonk’, schoot me een typering te binnen, ‘PVV-stemmer die PVV-minister wordt’, bedacht ik daarna. Dit waren slechts wat schoten voor de boeg. Later op de avond bleek Marjolein Faber direct inzetbaar voor een column over een ellendige instantie in mijn stad Utrecht. ‘Liever gedurende twee uur fysiek worden afgeranseld door Marjolein Faber in een vochtig ondergronds hol dan jezelf jaar in jaar uit financieel laten uitkleden door deze organisatie’, schreef ik.
Beste mijnheer Wilders, er vallen bijkans tranen op mijn toetsenbord van dankbaarheid. Ontelbare keren werden u en uw partij afgeschreven door journalisten en andere mensen die het konden weten. Maar zoals u zelf riep nadat de PVV van 24 naar 15 zetels duikelde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012: “Onze beste jaren liggen voor ons”. U heeft die avond werkelijk niets te veel gezegd, als columnist hoop ik dat de uitspraak ook vandaag nog geldt.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.