“Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt veel voor in de gezondheidszorg. Dat weten we uit onderzoek en dat weet ik ook uit gesprekken die ik zelf heb gehad.” Dat zegt Mariette Hamer, Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld in de Zembla Podcast ‘Onveilige Artsen.’ Dat moet anders, vindt zij. En dat kan alleen maar veranderen als binnen de zorg, waar veel vrouwen werken, de omgangscultuur drastisch verandert. De leiding van zorginstellingen heeft daarbij een grote rol én verantwoordelijkheid, zegt Hamer.
Sinds twee jaar is Hamer als Regeringscommissaris in gesprek met allerlei sectoren in de samenleving om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken en bespreekbaar te maken. Voor al die sectoren heeft ze een handreiking gemaakt, waarin staat hoe de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen organisaties kan worden omgezet in praktisch beleid: geen dode letter, maar concrete aanbevelingen die instellingen kunnen uitvoeren. Hoe die handreiking wordt opgepakt, volgt ze op de voet. Zo liet Hamer zonlangs nog horen van zich over de werkcultuur binnen de publieke omroepen. Daar blijft ze bezorgd over, liet ze weten, omdat, ondanks de plannen die de NPO en de omroepen hebben gemaakt voor meer sociale veiligheid op de werkvloer, er nog onvoldoende vooruitgang is geboekt.
Bindende afspraken
Met de zorgsector is Hamer ook in gesprek. Inmiddels zijn er al verschillende bijeenkomsten geweest met betrokkenen uit de zorgsector. Die bijeenkomsten, zogeheten ‘zorgtafels’, moeten volgend voorjaar leiden tot een groot congres waarin een convenant wordt gesloten. Wat Hamer betreft komen er bindende afspraken over de aanpak van grensoverschrijdend gedrag in dat convenant.
“Daarin spreek je met elkaar af, dat je dat allemaal in je eigen organisatie gaat aanpakken. Dat je dan niet meer mooie gedragscodes hebt die je in de kast legt, met een slot erop, maar dat je echt het een levend document maakt. Dat mensen zich veilig voelen om dingen te melden, dat je elkaar aanspreekt, en dat je ook durft te zeggen van: nou, dit vond ik niet zo fijn. Of dat, als je het (ongewenst gedrag, red.) ziet gebeuren, durft te interveniëren en te zeggen: nou, wat jij nou doet bij haar of bij hem, vind ik zelf niet zo prettig om te zien. Dus stop daarmee. Dat is het meest effectief. Dat gedrag, daar wil je naartoe,” aldus Hamer.
Cultuurverandering door leiding
Het gaat om een cultuurverandering in de zorg, zegt Hamer, waarbij de rol van de leiding van zorginstellingen cruciaal is. Volgens haar wordt de cultuur binnen de zorg nu sterk bepaald door hiërarchische verhoudingen, bijvoorbeeld tussen medisch specialisten die opleider zijn en geneeskundestudenten en arts-assistenten. Als voorbeeld noemt ze de teamuitjes van vakgroepen, die heel gebruikelijk zijn in de zorg, omdat de formele omgang tijdens die uitjes ineens informeel wordt. Dat kan een risicofactor zijn, zegt ze.
Ook vindt Hamer het heel belangrijk dat leidinggevenden in de zorg actie ondernemen nameldingen die worden gedaan over grensoverschrijdend gedrag: “Veel organisaties hebben nu hun meldsysteem wel op orde,” zegt Hamer. “Alleen dan meld je je en dan wordt er vervolgens niks mee gedaan. Dat heeft voor veel melders echt een extra traumagehalte.”
Zwijgcultuur
Dat zorginstellingen niks doen met meldingen over grensoverschrijdend gedrag, verklaart Hamer vanuit het grote onbehagen over dit onderwerp.
“Men vindt het toch moeilijk. Praten over seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld is niet makkelijk: we willen het liever niet. Men is bang voor schade, ongemak. Het speelt allemaal een rol en daarom zeggen wij: je moet niet alleen je systeem hebben, maar je moet het ook gebruiken. Dus bereid je er ook op voor. Dat als er een melding komt, hoe ga je dat dan doen?”
Tuchtrecht kan helpen
Binnen de zorgsector is er, als het gaat om seksueel ongewenst gedrag, sprake van een heuse zwijgcultuur, vindt ook Hamer. Die moet worden doorbroken. En volgens Hamer kan het medisch tuchtrecht daarbij een rol spelen. Want na een verruiming van de wet in 2019 is het ook voor zorgverleners mogelijk om elkáár voor de tuchtrechter dagen, als zij vinden dat hun gedrag een negatieve weerslag heeft op de patiëntenzorg. Daarvoor konden alleen patiënten dat doen. Inmiddels zijn er vier van zulke zaken door de tuchtcolleges beoordeeld.
Hamer vindt dit een goede ontwikkeling omdat het kan bijdragen aan de erkenning van melder: “Dus alleen al het feit dat we het erover hebben, dat het veel voorkomt, dat je niet de enige bent. Dat je je niet hoeft te schamen. Dat kan al ook ontzettend helpen. Het is een onderdeel van onze samenleving. We dealen hier al heel lang mee. We kunnen er niet goed mee omgaan en dat is de omslag die we moeten maken en die zal voor heel veel mensen de opluchting geven, de erkenning geven.”