Wie naar de geschiedenis kijkt, ziet dat mensen die op achterstand staan niks cadeau kregen. Kiesrechten, arbeidsrechten, vrouwenrechten; alleen door ons massaal te verenigen konden we vooruitgang afdwingen. De strijd voor een gelijkwaardige samenleving is echter nog lang niet gestreden. De loonkloof kabbelt rustig voort en ik ken geen enkele vrouw die niet te maken heeft gehad met seksuele intimidatie of grensoverschrijdend gedrag. Arbeidsmigranten die huishoudelijk werk doen, veelal vrouwen van kleur, worden in Nederland amper gehoord of gezien. Zo kan ik nog wel even doorgaan… Hoogste tijd dat we het op deze Internationale Vrouwendag eens hebben over de rol van mannen in deze strijd. Wat staat ons te doen?
Bij het thema mannelijkheid ontkomen we helaas niet aan de malicieuze vrouwenhater Andrew Tate. De impact van zijn kostwinner-takes-all-denken op jongens en jonge mannen is zorgwekkend groot. Jongens verdienen echt betere voorbeelden. Voorbeelden die gendergelijkwaardigheid zien als een voorwaarde waar niet over te onderhandelen valt, in plaats van als bedreiging voor hun mannelijkheid en status. Daarnaast hebben we ook gewoon beter beleid nodig vanuit de overheid en organisaties. Dat komt er alleen met een krachtige beweging voor een gelijkwaardige arbeidsmarkt en samenleving. Daar is veel aan gelegen, voor vrouwen én voor mannen.
Ook veel mannen verlangen namelijk naar een leven dat niet gedomineerd wordt door werk. Zoals sociologe Marguerite van den Berg het zegt: ‘Iedereen is moe en niemand heeft tijd.’ Burn-out is momenteel beroepsziekte nummer één door de hoge werkdruk, onzekere contracten en de laconieke omgang met arbeidsomstandigheden die we zien in de huidige arbeidsmarkt.
Logischerwijs volgt hierop de noodzaak van herverdeling van betaald en onbetaald werk. Helaas reikt de verbeeldingskracht van veel opiniemakers en politici niet verder dan vrouwen opjagen om meer betaald werk te verrichten. In ‘Alle moeders werken al’ merkt Anja Meulenbelt terecht op dat de maatschappij verwacht dat vrouwen werken alsof ze geen kinderen hebben en hun kinderen verzorgen alsof ze geen werk hebben. Waar blijven de columns die vaders inspireren om meer waarde te hechten aan de zorgtaken?
Mannen moeten aan de bak voor die eerlijke verdeling van werk- en zorgtaken. Wij moeten een nieuw soort mannelijkheid omarmen. Een soort mannelijkheid gekenmerkt door betrokkenheid, gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Dat vergt moed, maar we kunnen niet altijd maar bang blijven voor de reacties in de voetbalkantine. Het is nodig om die stap naar voren te zetten zonder angst om uit de comfortzone te stappen.
Daar moet dan wel ruimte voor zijn in het overheidsbeleid. Na een lange strijd, mede door FNV, hebben we nu eindelijk het recht verworven op ruimer partnerverlof en betaald ouderschapsverlof. Niet meer dan normaal, zou je zeggen. Alleen is dat slechts 70% doorbetaald. Dat betekent: hoe lager je inkomen als partner, hoe minder aantrekkelijk het is om dit verlof op te nemen. Emancipatie mag geen klassekwestie zijn en is dat nu wel. Omhoog dus met dat betalingsniveau!
Ook binnen mijn eigen vakbond is werk aan de winkel. Onze Schotse evenknie introduceerde een aantal jaar geleden een inspirerend voorbeeld: ‘Step aside, brother’. Hiermee worden vakbondsmannen uitgenodigd om, op een eigen gekozen tijdstip, opzij te stappen en een mentorrol te vervullen voor een lid uit een ondergerepresenteerde groep. Dat is nadrukkelijk iets anders dan wegstappen: we hebben iedereen nodig in de strijd. Echte macht is niet je koste wat kost vastklampen aan een positie, maar het stokje op een goed moment doorgeven aan een ander.
Laat deze Internationale Vrouwendag een krachtig startpunt zijn voor ons mannen. Om thuis een stap naar voren te zetten en op de werkvloer een stap opzij. Wees de verandering!