De Franse president Emmanuel Macron erkent dat de ongelijkheid onmiskenbaar toeneemt en dat de bewoners van de banlieues, de troosteloze voorsteden, gevangen zitten “in een vorm van sociaal huisarrest”. Volgens Macron moet de overheid “sociale rechtvaardigheid garanderen”. De president sprak maandag urenlang met burgemeesters en actieve bewoners op een bijeenkomst in Évry-Courcouronnes, 20 kilometer ten zuiden van Parijs. Die ontmoeting was onderdeel van het ‘grote debat’ dat Macron heeft uitgeroepen als reactie op de aanhoudende protesten van de gilets jaunes, ofwel gele vestjes.
Macron bleef niettemin vasthouden aan de optie om door te gaan met bezuinigen. Hij bediende zich daarbij van het bekende neoliberale bezuinigingsmantra “we kunnen toe met minder uitgeven, als we het geld beter besteden”. Door de protesten zag Macron zich twee maanden terug genoodzaakt zijn grootse hervorming, dan wel afbraak, van arbeidsrechten en de verzorgingsstaat stil te leggen.
Het ‘grand débat’ dat twee manden zal duren bestaat uit grote bijeenkomsten, zogeheten townhall-meetings, waar burgers hun kijk op belasting, democratie en beleid kunnen geven. Macron heeft al verschillende van dergelijke bijeenkomsten bijgewoond om daar, vaak net als Obama en Trudeau met opgerolde hemdsmouwen, het debat aan te gaan. Soms wel zes uur achtereen. Hij erkende dat hij door de bijeenkomsten van zaken hoort die hij anders niet te weten zou komen. En hij stelt dat hij weliswaar een overtuiging heeft maar “niet alle oplossingen” weet en dat hij die gezamenlijk wil vinden.
Dat Macron de problemen van de banlieues aankaart is opvallend schrijft The Guardian omdat die nauwelijks aan de orde komen bij de protesetn van de gele vestjes. De president wil zo duidelijk maken dat hij ook luistert naar deze door alles en iedereen verlaten burgers die zich niet gehoord voelen. Hij hoorde waarschuwingen aan over segregatie en gettoisering.
De communistische burgemeester van Grigny (zie video) kreeg luid applaus toen hij stelde dat de buitenwijken “geen liefdadigheid maar sociale rechtvaardigheid willen”. Hij sprak van territoriale apartheid die niet door de overheid wordt opgelost en dat het beroemde Franse devies ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ slechts gereserveerd is voor een zekere kaste. Hij overhandigde Macron een boek over de geschiedenis van de banlieues met de veelzeggende titel ‘De Verlatenen’.
Het debat, dat doet denken aan de brede maatschappelijke discussie die in de jaren tachtig in Nederland over kernenergie werd gevoerd, is een experiment dat in Frankrijk nooit eerder is uitgeprobeerd. Critici vragen zich af of er wel echt iets mee gedaan wordt of dat het louter een manier is om de protesten van de gele hesjes te verzwakken.
Een van de mogelijkheden die circuleert is dat er tegelijk met de Europese verkiezingen van 26 mei een referendum wordt gehouden over verschillende kwesties. Zo zou een van de vragen zijn of het aantal volksvertegenwoordigers moet worden teruggebracht. Dat is waarschijnlijk niet geheel toevallig ook een verkiezingsbelofte van Macron. Daarnaast circuleren kwesties als het meetellen van blanco-stemmen en het beperken van de zittingsduur van politici. Radio France International RFI meldt dat critici dat soort vraagstukken minder geschikt vinden omdat de protesten van de gele hesjes niet gaan over de hervorming van instituten maar over vermogensbelasting en koopkracht. Anderen stellen vragen bij het vermengen van de Europese verkiezingen met landelijke politiek.
De opkomst bij de Europese verkiezingen is daarnaast traditioneel laag, zo rond de veertig procent. Fransen hebben bovendien geen goede herinneringen aan het laatste gehouden referendum in 2005. Daarin werd het Verdrag van Lissabon, ook wel de Europese grondwet genoemd, weggestemd door de bevolking. Het parlement ging vervolgens toch met het verdrag akkoord.