Baudet voert een machiavellistisch beleid van ‘verdeel en heers’
‘Internationaal recht bestaat niet!’, schreeuwde Thierry Baudet in het Syrië-debat. ‘Er bestaan geen internationale coalities…die zijn allemaal in jullie hoofd. Dat is niet echt. De orde in de wereld wordt gehandhaafd door legers, mét wapens!’ En later: ‘Er zijn mensen die geloven dat je door universele regels en door gesprekken met elkaar tot vrede kunt komen en ik zelf geloof dat niet…’ Uiteindelijk concludeerde Baudet dat Assad moet winnen omdat zijn overwinning tot ‘maximale stabiliteit’ zou leiden.
Machtsdenker Op twitter reageerde men verontwaardigd dat Baudet Assad steunde, maar niemand zag dat er nog een gevaarlijker idee in zijn denken bestaat: hij is een machtsdenker. Volgens hem bestaat er geen internationaal recht en je kan geen universele gedragsregels maken: ‘Internationaal recht en andere universele, abstracte normen helpen daarbij niet.’ Later in het debat verklaarde Baudet zich een aanhanger van de ‘ijzeren wet van de oligarchie’ van Robert Michels (die trouwens ook lid werd van de fascistische partij van Mussolini). Deze wet stelt dat alle organisaties onvermijdelijk oligarchisch worden, omdat de leiders hun eigen belangen nastreven en de massa is of dankbaar of te passief om deze machtswellust te beperken.
In 2013 vroeg ik : ‘Wanneer komt Baudet uit de kast als machtsdenker?’ Na 5 jaar komt hij eindelijk uit de kast. We zien dat hoe meer macht hij verzamelt (hij heeft twee zetels in de kamer en 15 in de opiniepeilingen van Maurice de Hond) hoe eerlijker hij wordt over zijn politieke filosofie.
Bestaat er internationaal recht? Volgens Baudet bestaat er geen internationaal recht, het is slechts in ons hoofd. Ik heb goed nieuws, ik ben het met hem eens: internationaal recht bestaat niet. Noch bestaat nationaal recht. Ik heb nog nooit een wet voorbij zien vliegen of de straat oversteken. En de Large Hadron Collider in Zwitserland heeft nooit een wet kunnen versnellen, of laten botsen tegen een ander elementair deeltje. Dus alle wetten ‘bestaan’ slechts in ons hoofd.
Baudet praat over de noodzakelijkheid van natiestaten. Slecht nieuws: noch natiestaten bestaan. Ik heb nog nooit een staat gezien. Baudet praat over de noodzakelijkheid van de grenzen. Slecht nieuws: ik was op de plek waar de grens tussen Nederland en Duitsland zou zijn en ik heb niks bijzonders gezien, slechts akkers. Noch Baudet bestaat, er bestaan slechts elementaire deeltjes die in een bepaalde vorm blijven als gevolg van bepaalde krachten. En zijn ‘ouders’ (die ook niet bestaan) hebben de deeltjes ‘Thierry’ genoemd.
Wat is een wet (of een rechtssysteem) Wetten zijn slechts gedragsregels, waarbij de aangesproken deelnemers zich gedragen alsof deze bindend zouden zijn. Zolang er een voldoende aantal deelnemers gelooft dat deze wetten bindend zijn, blijft een rechtssysteem ‘bestaan’. Dus door te zeggen dat er wetten (of rechtssystemen) bestaan, zeggen we slechts dat sommige mensen zich op een bepaalde manier gedragen, alsof die wetten daadwerkelijk zouden bestaan. Hetzelfde geldt voor grenzen, staten, naties; mensen gedragen zich alsof ze zouden bestaan.
Als voldoende Nederlanders (bijvoorbeeld 95%) morgen niet meer geloven dat het Nederlandse rechtssysteem bestaat of gelooft dat wetten niet bindend zijn, dan is het afgelopen met het systeem. Ik heb dit meegemaakt tijdens de anticommunistische revolutie in Roemenië: wij dachten dat de wetten in Roemenië niet meer bindend waren voor ons (ten minste de wetten over wie er de baas was). Daardoor is het hele systeem ingestort.
Hetzelfde geldt voor volkenrecht. Als voldoende landen zich gedragen alsof het volkenrecht bestaat, ‘bestaat’ er volkenrecht. Zodra voldoende landen niet meer in volkenrecht geloven, ontstaat er anarchie.
Het is echter irrelevant om te constateren dat volkenrecht niet bestaat. De echte vraag is of we een rationeel argument hebben waarom de staten zich zouden moeten gedragen alsof het volkenrecht zou bestaan. Baudet geeft ons geen reden waarom landen dat niet zouden doen.
Ik zeg dat er een goed rationeel argument bestaat waarom staten het toneelstuk van volkenrecht spelen: de nieuwe volkenrechtsregels zijn goede regels, die door rationele en morele mensen als bindend beschouwd worden. Bijvoorbeeld het verbod op oorlog, genocide, slavernij, kolonialisme, apartheid en de meeste mensenrechten zijn regels die we in een contract zetten om ons te beschermen.
Baudet’s inconsistentie In het debat verwijt Baudet zijn opponenten dat ze idealistisch handelen. Hij wil dat ze realistisch handelen, puur rationeel. Dit is in contradictie met zijn stelling dat hij alle slachtoffers betreurt en dat het de bedoeling is stabiliteit te bereiken.
Want wat is stabiliteit? We willen stabiliteit slechts omdat we een overlevingsinstinct hebben, omdat we langer en gelukkiger willen leven. Zonder het overlevingsinstinct zouden we geen waarde aan stabiliteit kennen. Zonder overlevingsinstinct zouden we geen reet om oorlogen geven. In feite, zonder overlevingsinstinct zou er ook geen debat in de Tweede Kamer bestaan.
Abstracte normen Ook Baudet’s stelling dat we niet volgens abstracte normen kunnen handelen, is misplaatst. We hebben alleen abstracte normen: moord, diefstal en oplichterij zijn verboden. Alle goede wetten en morele regels berusten op abstracte normen.
Baudet’s denkfout Baudet’s denkfout komt door het onderscheid tussen descriptieve en normatieve uitspraken. Descriptieve uitspraken beschrijven de wereld, wat het geval is, hoe de wereld werkt, of de menselijke natuur. Bijvoorbeeld: ‘gras is groen’, ‘mensen worden verliefd’.
Normatieve uitspraken daarentegen proberen ons aan te sporen om iets te doen of te laten. Ze hebben iets met normen te maken. Bijvoorbeeld ‘gij zult niet doden!’.
Echter veel mensen maken de denkfout om descriptieve uitspraken als normatief te zien. Zij geloven dat als iets op een bepaalde manier is, dat ook zo zou moeten zijn of blijven.
Uit descriptieve uitspraken over de menselijke natuur, kan je in slechts twee gevallen normatieve conclusies trekken.
Stel je voor dat ik zeg: ‘Het ligt in onze natuur om bang voor de dood te zijn, dus moord zou verboden moeten worden.’ In deze gevallen proberen we de vraag te beantwoorden: Welke gedragsregels zouden we in de wereld willen zien als we weten dat gedragsregels noodzakelijk zijn omdat we een overlevingsinstinct hebben; omdat we onze levens maximaal willen verlengen en zo comfortabel mogelijk willen leven?
In het tweede geval trekken we normatieve conclusies uit situaties waar onze natuur niet bijgestuurd kan worden. Bijvoorbeeld: ‘Het ligt in onze natuur om te ademen, dus we kunnen mensen niet verbieden om te ademen.’ Of het is irrationeel en we zouden extreem lijden als we bepaalde regels zouden maken. Bijvoorbeeld: ‘Je kunt mensen niet verbieden om seks te hebben, want seks is een fundamentele menselijke behoefte.’
Maar in de meeste andere gevallen kan je geen normatieve conclusies uit descriptieve uitspraken doen. Je kan bijvoorbeeld niet zeggen: ‘Ik zie dat het in de menselijke natuur ligt om te moorden, dus moord moet legaal zijn.’
Hetzelfde geldt voor de ‘ijzeren wet van de oligarchie’. Ik ben het met Baudet eens dat alle organisaties (zoals bedrijven, politieke partijen, regeringen en staten) van nature de neiging hebben om oligarchisch te zijn. De machiavellisten, de grootste manipulators, de beste charlatans komen voortdurend overal aan de macht (Baudet bijvoorbeeld). En ook normale mensen proberen aan de macht te blijven en hun macht te verstevigen. We kunnen echter uit deze kennis geen normatieve conclusies trekken; we kunnen niet zeggen: omdat het in de menselijke natuur ligt om macht na te streven, moeten we ook macht nastreven. Zoiets zou tegenstrijdig zijn. Want waarom zou je dan de roeper niet onmiddellijk vermoorden, of ontvoeren en in een kelder opsluiten?
Wat is de beste verklaring voor Baudet’s inconsistentie? Zijn publiek is vooral witte mannelijke autochtone Westerlingen. Zijn boodschap kan je als volgt vertolken: wij het Westen hebben de macht en we moeten er alles aan doen om de wereld te domineren en haar rijkdom te ontfutselen. Wij hebben niets te winnen als we Assad onttronen. Het is beter om Assad aan de macht te laten, want hij bestrijdt de moslimextremisten en Turkije. Dat zegt hij letterlijk in zijn debat: ‘Er is maar één leger dat Turkije kan stoppen, dat is het leger van Assad.’ Dus Baudet voert een machiavellistisch beleid van ‘verdeel en heers’. Zijn ‘wijsheid’ geldt dus niet voor iedereen. Hij adviseert alleen zichzelf (en de groepen waar hij bij hoort): de man, de witte mens, de autochtoon, de christenen in het Westen en het Westen als geheel.
Het Machiavellisme verklaart ook waarom Baudet ontkent dat er universele mensenrechten bestaan.