Maakt Böhmermann kans bij Europese rechters?
• 28-05-2016
• leestijd 4 minuten
Islamcritici zijn opgefokt want zonder belediging en haatzaaierij kunnen zij geen goede kritiek op de islam leveren, menen ze
De Duitse rechter heeft Böhmermann verboden om gedeelten van zijn gedicht in het openbaar te uiten. De islamcritici zijn opgefokt want zonder belediging en haatzaaierij kunnen zij geen goede kritiek op de islam leveren, menen ze. Maar de uitspraken van Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) tonen aan dat Böhmermann niet makkelijk zou winnen als hij door zou procederen.
Het Europees verdrag voor mensenrechten garandeert het recht op vrijheid van meningsuiting, maar deze vrijheid brengt ‘plichten en verantwoordelijkheden met zich mee en kan worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties,’ bijvoorbeeld voor de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen. Hieronder een paar relevante zaken.
Kunst is niet oneindig vrij Mathieu Lindon publiceerde de roman Le Procès de Jean-Marie Le Pen. Dit fictief boek berust op de echte berechting van Front National-aanhangers, die een Marokkaan in de Seine hebben gegooid en een andere gekleurde man hebben vermoord. De hoofdfiguur in de roman zegt dat Le Pen schuldig is voor de moord, want hij ruit op met zijn retoriek. Hij noemt Le Pen de leider van een bende moordenaars, een leugenaar en een vampier, die tiert op de bitterheid van zijn kiezers en het bloed van zijn vijanden. Achter Le Pen’s woorden ‘doemt het spook van de ergste gruwelen van de geschiedenis van de mensheid.’ De Franse rechters hebben de schrijver en de uitgever tot een boete veroordeeld. De krant Libération publiceerde een brief van 97 schrijvers ter verdediging van Lindon en herhaalde ook de flamboyante uitspraken over Le Pen. Le Pen klaagde de chef van de krant aan en de chef moest rond de 6000 euro betalen voor laster. Het EHRM bevestigde dat deze straffen noodzakelijk waren in een democratische samenleving, ondanks het feit dat ‘de grenzen van aanvaardbare kritiek breder zijn voor een politicus, dan voor een particulier.’
Waardeoordelen vs. feitelijke uitspraken Het hof maakt onderscheid tussen waarde- en feitelijke uitspraken. Waardeoordelen zijn vrij, men kan hen niet bewijzen. Maar ze moeten voldoende onderbouwd zijn, als ze uitspraken zijn over feiten. Dit geldt ook voor fictie als men bestaande personen benoemt. De uitspraken in de roman zijn niet beschermd door de vrijheid van meningsuiting omdat ze de intentie hebben ‘te stigmatiseren, geweld en haat aan wakkeren en gaan verder dan het aanvaardbare in het politieke debat, ook ten aanzien van een extremistisch figuur.’
Op dezelfde manier heeft Böhmermann’s rechter de onbewijsbare waardeoordelen toegelaten: Erdogan is volgens Böhmermann superstom, laf en verkrampt. Maar de rechter heeft de feitelijke uitspraken – zonder grond in de werkelijkheid – verboden, namelijk dat Erdogan zoöfiel en pedofiel zou zijn.
Kritiek vs. belediging Het ECHR maakt ook duidelijk onderscheid tussen kritiek en belediging. Politici en staatsambtenaren moeten een dikkere huid hebben dan de gewone burger. Zij staan immers terecht in de schijnwerpers van kritiek. Maar ook zij hebben recht op bescherming van hun reputatie, zelfs in hun officiële capaciteit. Het hof balanceert hun belangen voorzichtig tegen het belang van open discussies over politieke kwesties.
Otegi Mondragon is een Baskische politicus en veroordeelde ETA-terrorist die vecht voor de afscheiding van Baskenland van Spanje. In een interview zei hij dat het bezoek van de Spaanse koning een politieke schande was. De koning, als opperhoofd van politie en leger, is diegene ‘die folteringen beschermt en zijn monarchistische regime oplegt aan onze mensen door middel van foltering en geweld.’ Hiervoor hebben Spaanse rechters Mondragon tot één jaar gevangenis veroordeeld. Het EHRM beschouwde deze straf echter als een schending van vrijheid van meningsuiting. Het was geen persoonlijke aanval op de koning zijn privéleven, noch op zijn persoonlijke eer, maar een uitspraak over zijn officiële functie. De uitspraak was onderdeel van publiek debat van algemeen belang. Een zekere mate van overdrijving, of zelfs provocatie, zijn hier toegestaan.
De Franse rechter heeft journalisten van het blad Le Monde voor diffameren van de koning van Marokko veroordeeld. De redacteuren hekelden zijn laksheid in de strijd tegen drugshandel. Zoals Böhmermann’s rechter, beriep de Franse rechter zich op een wet tegen belediging van buitenlandse staatshoofden. Het EHRM tikte Frankrijk op de vingers en noemde deze wet (uit 1881) in strijd met moderne praktijk en politieke opvattingen. Je kan buitenlandse staatshoofden hedendaags geen bijzondere voorrechten geven. Maar het hof vond de wet overbodig vooral omdat ook staatshoofden gebruik kunnen maken van normale wetten in geval van belediging en schending van de goede naam. Het hof benadrukte echter dat kritiek wel toegestaan is als het feitelijk onderbouwd is, zoals in dit geval.
Tot slot Böhmermann’s rechter heeft veilig gemanoeuvreerd, waarschijnlijk rekening houdend met een eventueel beroep bij het EHRM. Hij heeft slechts de uitspraken over het privéleven van Erdogan verboden. Hij duldde de kritiek dat Erdogan ‘minderheden onderdrukt, Koerden trapt, Christenen ramt,’ maar verbood de uitspraak ‘terwijl Erdogan kinderporno kijkt.’ Toch een overwinning voor de vrijheid van meningsuiting.
Ook al willen de islamcritici al hun en onze mensenrechten opgeven voor hun jihad tegen de islam, het zal geen snelle triomf zijn. Want het EHRM garandeert geen vrijheid voor aanzetten tot haat of geweld, gratuite beledigingen of aanvallen op reputatie. Vrijheid van meningsuiting is vooral bedoeld voor feitelijk onderbouwde rationele argumenten.