De Nederlandse regering kan haar excuses voor de slavernij beter nog een tijd voor zich houden. Het zal voorlopig alleen maar kwaad bloed zetten bij wie zich beschouwt als nazaat van slaven. Dat is uit de reacties van de afgelopen week wel gebleken. En dan heeft de Indische gemeenschap zich nog niet laten horen: de Nederlandse rol in de Aziatische slavenhandel was waarschijnlijk net zo prominent als die in Afrika en het Caribisch gebied. Het is schandalig dat zij op geen enkele manier betrokken is bij het proces.
Een zeer belangrijk deel van de overige Nederlanders zal zich om uiteenlopende redenen niet in officiële excuses herkennen. Zo brengt men geen heling maar splijting tot stand.
Tenslotte bestaat er geen helderheid over de reden voor de excuses. Er lopen momenteel twee officiële studies waarvan de uitkomst essentieel is voor een behoorlijke formulering van de verontschuldigingen. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn sinds 1 juni 2022 het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden (NinSee) en de Universiteit van Curaçao bezig met een onafhankelijk onderzoek naar het slavernijverleden. Dit gebeurt op grond van een Kamermotie die werd ingediend door Don Ceder van de ChristenUnie.
In mei – nog voor Keti Koti – wordt een eerste rapportage verwacht, die is verbonden aan een onderzoeksagenda. De deelnemende instellingen gaan na "wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij namens wie en hoe".
Onlangs gaf de koning enkele gerenommeerde vakhistorici opdracht uit te zoeken welke rol het Oranjehuis precies speelde bij de koloniale slavernij. In grote trekken kan nu al worden gesteld dat die aanzienlijk was maar het fijne van de zaak werd nooit in zijn onderlinge samenhang boven water gebracht .
Belangrijke pressiegroepen uit Caribisch-Nederlandse en Surinaamse kring hebben nu al op forse toon geëist dat excuses gemaakt moeten worden door het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat is onze koning en niemand anders.
Excuses hebben alleen maar zin als er een breed draagvlak voor bestaat onder alle betrokkenen. Daar is nu nog geen sprake van. Een wezenlijke voorwaarde om dat tot stand te brengen is wetenschappelijk gefundeerde kennis van zaken . Wij zullen dus de uitkomst moeten afwachten van de twee grote onderzoeken waar nu aan wordt gewerkt. Daarna dienen alle betrokkenen via hun organisaties mee te kunnen denken over de formulering van de excuses, zoals de koning die zal uitspreken. Anders wordt het niks.
Onontkoombaar gevolg van dit alles zal in ieder geval moeten zijn dat Nederland in zijn buitenlands beleid aandringt op vergelijkbare excuses door andere landen die een maatgevende rol speelden bij slavernij en slavenhandel. Te denken valt aan een groot aantal staten in het Midden-Oosten en Afrika. Zij zullen net zo goed hun verantwoordelijkheid moeten nemen, wil er een werkelijke mondiale heling tot stand kunnen komen. Daarbij kunnen ook de materiële aspecten aan de orde worden gesteld.
Het schijnt dat premier Rutte tijdens het Catshuisoverleg van deze week heeft geopperd dat bij te lang uitstel het momentum verloren gaat. Dat was een zinnige waarschuwing. Wij leven in onzekere tijden. Nederland gaat een zware periode tegemoet en de kans is reëel dat acute problemen van het moment de slavernijdiscussie naar de achtergrond dringen.
Inderdaad: het spreekwoord luidt niet 'haastige spoed is nooit goed' maar 'haastige spoed is zelden goed'.
Hoe dan ook: de keuze werd gemaakt. Het risico is genomen.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst over politiek en geschiedenis.