Ik vind het een beschamende vertoning. Niet van het kabinet, niet van minister De Jonge, maar wel van de werkgevers in de zorg.
Het kabinet heeft 2 miljard (!) uitgetrokken om medewerkers in de zorg een bonus te geven voor hun bijzondere prestatie tijdens de eerste golf van de COVID-19-pandemie. Helaas begon daarna de discussie. Over de hoogte van de bonus en over wie er wel en geen recht op heeft. Werkgevers in de zorg drongen aan op een generieke (voor alle zorgmedewerkers) én substantiële bonus. Het werd een substantiële bonus van 1000 euro, maar geen generieke (dat zou, meen ik, 3 miljard kosten). Dit tot ergernis van werkgevers. Die moesten nu gaan uitleggen in hun organisatie waarom de een wel en de ander geen bonus krijgt. Op 29 juni werd bekend dat werkgevers in de zorg niet willen beslissen wie wel of niet 1000 euro krijgt. Dat moest de minister van VWS maar doen. Deze gevraagde lijst met bonusmedewerkers is onlangs door VWS gepubliceerd. Weer was het niet goed. Ziekenhuis-bestuurders voorop. Nee, want volgens hen heeft toch echt iedere zorgmedewerker recht op een bonus. En, by the way, of het ministerie van VWS wel een beetje wil opschieten met het uitkeren ervan…
Ik vind het een beschamende vertoning. Niet van het kabinet, niet van minister De Jonge, maar wel van de werkgevers in de zorg. De zorgbonus is verworden tot een politiek speekspel. Want laten we wel zijn: zo moeilijk is het nu ook weer niet. Een deel van de medewerkers in de zorg heeft tijdens de coronacrisis enkele weken extra risico gelopen op fysieke en mentale schade. Er waren onvoldoende beschermingsmiddelen en de psychische belasting bleek enorm. Toch hebben zij doorgezet. Zij zijn in het ongewisse gestapt en hebben hun eigen veiligheid op het spel gezet om anderen te kunnen helpen. Een bijzondere daad van medemenselijkheid die dan ook extra mag worden beloond.
Dat is toch echt van een andere orde dan bijvoorbeeld medewerkers van de beleidsafdelingen of recepties van ziekenhuizen die, zoals wordt aangevoerd, ‘ook hard hebben gewerkt’ en ‘buiten hun comfortzone zijn getreden’. Ik ken tal van mensen in tal van sectoren die dat in deze periode hebben gedaan. Denk alleen al aan alle medewerkers uit het onderwijs. Bijna iedereen moest uit zijn of haar comfortzone en door heel veel mensen, ook buiten de zorg, is enorm hard gewerkt om de boel draaiende te houden in een totaal veranderende wereld. Dat noemden we dacht ik ‘Samen sterk tegen corona!’
Daarbij vermoed ik dat ‘corona-overuren’ in de (ziekenhuis)zorg veelal zijn uitbetaald. Prima. Als dat zo is, zijn zorgmedewerkers meer gecompenseerd dan medewerkers uit andere sectoren. Sterker nog, daar hebben veel medewerkers, ondanks al hun extra inspanningen en het buiten hun comfortzone treden, fors salaris moeten inleveren of zelfs hun baan verloren. En aan hen is ook zeker niet nu al door het kabinet of hun werkgever een bonus in 2021 toegezegd van 500 euro.
Ik roep bij deze alle werkgevers uit de zorg op van de zorgbonus geen zeurbonus te maken en te zorgen dat deze snel kan worden uitgekeerd. In het belang van de zorgmedewerkers en de solidariteit in de samenleving.