Passie en leren onder relaxte omstandigheden is vaak veel belangrijker dan alleen maar het geforceerd nastreven van zo hoog mogelijke leerprestaties
“Meneer, wat heeft u zelf eigenlijk voor opleiding gedaan?” Wanneer deze vraag vanuit leerlingen komt, vertel ik dat ik eerst mavo heb gedaan, vervolgens een MBO-opleiding en daarna de HBO-docentenopleiding heb afgerond. “Dus u mag ons met een mavo-diploma lesgeven?”, is geregeld het antwoord dat daarop volgt. Zo’n reactie geeft me een ingang om het gesprek aan te gaan met betrekking tot leerroutes, opleidingen en carrièrekansen, waarbij me telkens opvalt dat er massaal gedacht wordt enkel met een hoge opleiding kans te maken op een prima baan en dito salaris. Liefst via de kortst mogelijke (leer)route.
Het geeft keer op keer aan dat men het beeld heeft dat alleen hoge opleidingen ertoe doen. Dat er zo hoog mogelijk moet worden ingezet om doelen te bereiken en je zodoende vanzelf je virtuele toekomst veiligstelt. Leerlingen kunnen al vanaf hun basisschooltijd gebukt gaan onder de huidige leer- en presteerlast. Ik vertel ze dat het hebben van een passie en leren onder relaxte omstandigheden vaak veel belangrijker is dan alleen maar het geforceerd nastreven van zo hoog mogelijke leerprestaties. Zeker met de vele diverse soorten opleidingen op elk gewenst niveau van tegenwoordig, waarbij de doorstroommogelijkheden en kansen legio zijn. Dit inzicht wordt in eerste instantie helaas niet vaak gedeeld.
Tijdens zo’n discussie maak ik soms de vergelijking tussen de gewenste leerroute van een leerling en een zogenaamd ‘olifantenpaadje’. Dit zijn paadjes die onbedoeld ontstaan doordat mensen de te volgen loop- of fietsroute afsnijden om op deze manier zo snel mogelijk bij hun einddoel te komen. Een mooie metafoor in het kader van zo snel mogelijk en zonder een onnodige omweg een hoge opleiding proberen te bereiken.
Het is namelijk soms een zorgwekkende zaak dat gemotiveerde leerlingen vaak streven naar een zo hoog mogelijk startbewijs op de middelbare school. Wanneer het even kan, wordt er gekozen voor de kortste route om bijvoorbeeld met veel stress, druk en onzekerheden via het vwo naar de universiteit te kunnen in plaats van eerst havo af te ronden en daarna via een HBO-opleiding eventueel nog door te stromen naar een aanverwante universitaire opleiding.
Naast het veelal kiezen en nastreven van zo’n onderwijskundig ‘olifantenpaadje’, wordt hierbij ook ingezet op het zogenaamde ‘winnaarsaspect’. De leerling die bijvoorbeeld met moeite een vwo-advies krijgt en ervoor kiest om deze weg in te slaan, kan onderweg naar het vwo-diploma veel druk voelen om deze hoogste leerroute binnen ons voortgezet onderwijs (naast het Gymnasium) via de kortst mogelijke route te móeten halen. Binnen zes jaar tijd dus. Wanneer er tussentijds onverwachts moet worden gedoubleerd of de vwo-route moet worden voortgezet via het havo, ziet men dit soms als een verlies. Hierbij kan de link worden gelegd met het bedrijven van topsport: wanneer je aan de top staat (in dit geval vwo), kun je alleen nog maar afdalen (doubleren of kiezen voor havo), iets wat gedragen kan worden als een ‘nederlaag’ en de motivatie vervolgens onderuit kan halen.
Ondertussen leg ik de leerlingen uit dat ik havo destijds niet haalde door mijn problemen bij alle vakken waar met cijfers gewerkt werd. Echter, mijn doel was om de Kunstacademie te gaan volgen. Een HBO-opleiding die ik dus enkel nog via een MBO-route kon bereiken. Daarbij had ik telkens een doel voor ogen waarbij ik alle zogenaamde ‘olifantenpaadjes’ moest negeren. Mijn leerweg kende geen afsnijdingen. En ook al regende en stormde het weleens, ik keek vooruit en reed een noodzakelijke ‘omweg’. Deze omweg duurde uiteindelijk drie jaar langer dan wanneer ik via havo naar de HBO-opleiding had gekund. Het doel was echter bereikt: ik studeerde af en werd docent. En om de veelvoorkomende vraag van mijn leerlingen te beantwoorden: ja, dat kan dus ook met een mavo-diploma.