Vogels kunnen zich slechts beperkt aanpassen aan hoe wij de wereld inrichten. Maar wij kunnen ze daarentegen wel de ruimte geven
Vogels zijn grenzeloos en staan voor vrijheid; een veel gebezigde kreet maar eigenlijk flauwekul. Vogels houden zich niet aan ónze grenzen. Maar ze zitten tegelijkertijd behoorlijk vast in hun eigen, door de evolutie getrokken grenzen. De boerenzwaluw die in onze ogen zo vrolijk vliegt, maakt zijn monstertocht naar Afrika natuurlijk niet uit vrije wil. De vogel kan eenvoudig niet anders.
En die grenzen botsen met onze, vanuit het perspectief van de evolutie, zeer recentelijk bedachte grenzen: gemeentegrenzen, provinciegrenzen, rijksgrenzen. Voor vogels onzichtbare grenzen die in de hoofden van mensen zitten. En in wetten en regels die uit de hoofden van die mensen zijn ontsproten. In het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens de dominante factor in de ontwikkeling van de aarde is, bepalen wij waar plek is voor wilde dieren en planten; wij bepalen waar zij mogen leven. Helaas laten we bitter weinig plek over voor vogels en andere dieren. De groeiende rode lijsten van bedreigde planten en dieren vormen een pijnlijk bewijs.
Politici spelen de hoofdrol Vogels kunnen zich slechts beperkt aanpassen aan hoe wij de wereld inrichten. Maar wij kunnen ze daarentegen wel de ruimte geven in onze provincie, ons land en uiteindelijk de wereld. Politici spelen daarin een hoofdrol. Zij nemen in onze naam beslissingen die het verschil maken tussen leven en dood voor veel andere wezens. Helaas staat dat zelden hoog op de politieke agenda; natuur scoort zelden als hot verkiezingsthema.
Willen we in ons land ruimte voor natuur dan zou dat de komende provinciale verkiezingen anders moeten. Provincies spelen in het natuurbeleid een steeds belangrijker rol, vrijwel al het natuurbeleid is door de rijksoverheid gedecentraliseerd. Ten provinciehuize wordt bepaald of de patrijs straks meer bloemrijke akkerranden vol insecten krijgt, de grutto natte graslanden en de smient, een soort eend, een schot hagel. Kort gezegd of vogels in ons boerenland nog een toekomst hebben. En buiten het boerenland of natuurgebieden goed beheerd en met elkaar verbonden worden. Met de waterschappen (ook op 20 maart verkiezingen) kan de provincie er voor zorgen dat de waterstand eindelijk omhoog gaat, goed voor de natuur, goed voor de weidevogels en in de veengebieden tegen klimaatverandering.
Het is erop of eronder Vooral voor de vogels die afhankelijk zijn van het boerenland zoals de grutto, kievit en veldleeuwerik is het erop of eronder. Daarom vraagt Vogelbescherming politieke partijen die mee doen met de provinciale verkiezingen in de coalitieakkoorden vast te leggen dat de neergaande trend de komende vier jaar stopt en het herstel inzet. Dat vergt een forse investering, maar initiatieven van onder andere koplopers onder de boeren laten zien dat het kan. Gebeurt het niet dan faalt de provincie in haar verantwoordelijkheid.
Stemmen op de partij waarvan je denkt dat die goed voor natuur is, is één. Minstens zo belangrijk is het om provinciale politici te laten weten dat goed natuurbeleid een hoofdzaak hoort te zijn. Vogelbescherming spant zich daarvoor in, en u kunt ons daarbij helpen door de petitie te tekenen op www.vogelbescherming.nl.
Vogels zijn begrensd in wat ze kunnen; onze grenzen hebben voor hen geen betekenis. Juist daarom mogen die geen enkele belemmering vormen voor de overleving van vogels!