Als er een ding duidelijk is geworden door de coronacrisis is het dat de globalisering uit de hand gelopen is en beperkt moet gaan worden
De coronacrisis treft iedereen en dus ook de boeren. Er is voedsel in overvloed maar omdat de internationale afzet belemmerd wordt kelderen de prijzen en krijgt de boer steeds minder voor zijn producten. De schade in de landbouw wordt voor dit jaar geschat op 5 miljard euro. Tegelijkertijd is de thuisbezorging van versproducten booming. Op de achtergrond werkt het kabinet hard door aan een maatregelenpakket voor de stikstofcrisis; die lijkt even vergeten, maar is er nog steeds.
Ons economisch gedreven landbouw- en voedselsysteem is erg kwetsbaar geworden omdat het weliswaar prachtige producten en veilig voedsel levert, maar afhankelijk is van invoer van goedkoop voer (soja als veevoer), afzet ver buiten de productiegebieden, de prijs van olie (op dit moment erg gunstig) en dus van de mondiale economie. Boeren staan machteloos omdat ze leveren aan coöperaties die de afzet bepalen en opereren op die kwetsbare wereldmarkten. Boeren worden wel geconfronteerd met lagere prijzen en nieuw beleid. Want natuurorganisaties wachten met smart op vergaande maatregelen om de natuurkwaliteit te verbeteren door stikstof te verminderen. En er wacht nog een pakket aan maatregelen om klimaatdoelstellingen te gaan halen.
Dit is een kans om te kiezen voor een structuurverandering en de boer te helpen aan lange termijn toekomstperspectief op een dusdanige manier dat klimaat- en natuurdoelen gehaald gaan worden. Duidelijkheid voor boeren waar zo’n grote behoefte aan is. Het vergt een 10-jarenplan waarbij de import van krachtvoer en het gebruik van kunstmest langzaam afgebouwd wordt tot een halvering en een opbouw van de markt voor de afzet van voedsel in de regio. Afbouw van krachtvoer en kunstmest zorgt ervoor dat de stikstofverliezen beperkt gaan worden, want wat er niet ingaat komt er ook niet uit. Hierdoor worden ook de broeikasgasemissies beperkt, de waterkwaliteit verbeterd en als we inzetten op meer natuurinclusiviteit ook de biodiversiteit.
Vermindering van inputs wil niet zeggen minder boeren, mits de marge verhoogd kan worden door meer diversiteit en regionale verwerking en afzet van producten. Dit wordt georganiseerd binnen regionale coöperaties waar boeren, burgers, terreinbeherende organisaties en bedrijven samenwerken. Afzetbeperking tot maximaal de noordwestelijke euroregio van een diversiteit aan voedselproducten zorgt voor stabielere en betere prijzen mits de import beperkt gaat worden. Dit vergt goed gericht Europees beleid en afspraken over het internaliseren van maatschappelijke kosten (true cost / true price) en normering op verliezen naar het milieu via mineralenbalansen. Mogelijk betekent het ook het openbreken van handelsverdragen om het grootschalig transport van goedkoop voedsel, grondstoffen en biomassa tot een minimum te beperken. Als er een ding duidelijk is geworden door de coronacrisis is het dat de globalisering uit de hand gelopen is en beperkt moet gaan worden.
Laten we beginnen om die 5 miljard vrij te maken om de landbouw te ondersteunen en de boeren door het dal te helpen richting de ontwikkeling van stikstofarme klimaatneutrale landbouw zodat boeren, de natuur en de burgers elkaar nog meer waarderen en samenwerken.