De bekendste dichtregel van Lucebert is: “Alles van waarde is weerloos”. Deze zin staat o.a. in grote neon letters op het dak van de Willem Kooning-academie in Rotterdam. Die regel “alles van waarde is weerloos” is vaak geparafraseerd. Ook door mij en wel in optimistische zin: “Alles van waarde is weerGAloos!” Pessimistisch door een anonymus in de regel-in-neon “Van alles is weer waardeloos...” die sinds 1997 ‘prijkt’ aan een kunstbroedplaats op Rotterdam-Zuid.
Voor mij persoonlijk heeft nog een dichtregel van Lucebert veel betekend. “Lyriek is de moeder van de politiek.” Eigenlijk lag deze dichtregel ten grondslag aan de stichting van de Stadspartij Rotterdam. Die Partij had ik zelf de Poëtische Partij willen noemen. Maar mijn mede-Partijstichters vonden dat al te ludiek. Je bent Roel van Duijn niet! De jaren zestig zijn nu toch echt voorbij. Mei ’68 in het bijzonder.
De Rot moet uit Rotterdam gehaald, dat was de slagzin van mijn medestichters. Daar was ik het overigens geheel mee eens. Het werd dus de Stadspartij Rotterdam.
Niettemin is het oorspronkelijke concept de Poëtische Partij altijd in het reilen en zeilen van de Stadspartij blijven doorschemeren. The lyric Left…
Zo stelde ik in het jaar 2000, als toenmalig raadslid van de gemeente Rotterdam voor om de Raadsvergaderingen te beginnen met... een gedicht. Toenmalig burgemeester Bram Peper nam het idee zowaar enthousiast over (“Eindelijk verzint u eens iets zinnigs, meneer K. !”). Ik hoefde er niet eens een motie over in te dienen.
Vandaag de dag doet Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) iets soortgelijks. Hij opent de vergaderingen van de Tweede Kamer met een gedicht. Toch is er een belangrijk verschil tussen zijn initiatief en het mijne.
In de Rotterdamse variant las ieder raadslid, alfabetisch aan de beurt, het gedicht van zijn keuze voor. Dat werd altijd met veel enthousiasme en inzet gedaan. Het peil van het vergaderen steeg (enigszins) met dit goed begin, zo was mijn inruk.
Ik stel voor dat het initiatief van Kamervoorzitter Bosma in Rotterdamse zin wordt uitgebouwd. Van nu of aan lezen de Kamerleden, elk op haar / zijn beurt, een gedicht voor.
Dat is sowieso democratischer dan enkel de voorzitter, en heeft bovendien als gelukkige bijvangst, dat de vele nieuwe, onbekende Kamerleden, die ons parlement thans telt, zich kenbaar kunnen maken. Zeker als zij (kort) mogen uiteenzetten, waarom zij dit gedicht van deze dichter gekozen hebben. Kortom een win-win situatie zowel voor de poëzie als voor de democratie.