Een modern milieu-sprookje
Sommige verhalen zijn zo ongelooflijk dat men al snel denkt dat je sprookjes staat te vertellen. Misschien liggen bij dit verhaal de feiten ook zodanig dat het alleen in sprookjesvorm leesbaar is. Vooruit dan maar, voor één keertje; Er was eens… (Vanaf hier mag u eventueel hardop voorlezen, maar niet aan kinderen, die zouden maar voor altijd een hekel aan sprookjes krijgen).
Er was eens een prachtige planeet die heel langzaam naar de klote ging. Op die groene planeet woonden veel aardige, lieve, gewone mensen maar ook hele domme mijnheren en mevrouwen die allemaal stoute dingen deden.
Die domme mensen kon je bovendien gemakkelijk herkennen aan de enorme pakken boter op hun hoofd. Ze hadden het meeste geld en de meeste macht en daar hadden de boompjes en de bloemetjes vaak last van. Ook veel beestjes vonden het niet meer zo leuk op de groene planeet en stierven langzaam uit.
Omdat die domme mensen veel centjes wilden verdienen maakten ze langzaam alles kapot. Daarmee vervuilden ze de planeet zo erg dat er uiteindelijk niemand meer zou kunnen leven. Zij zelf dus ook niet, maar omdat ze zo dom waren konden ze dat niet goed begrijpen. Zelfs de kinderen van de domme mensen konden hun domme pappa’s en mamma’s blijkbaar niet uitleggen dat ze moesten stoppen. Af en toe vonden de andere planeetbewoners het een beetje te gek worden en dan gingen er wel eens een domme mijnheer of mevrouw naar de gevangenis, maar niet zo vaak.
En wil je weten hóe dom ze waren? Dan moet je maar eens luisteren.
Er was eens een hele belangrijke mijnheer die Pieter Elbers heette en die de baas was van een vliegtuigmaatschappij. De gewone mensen in zijn kleine landje wilde liever wat langer leven en vonden ook het lawaai van de vliegtuigen steeds vervelender. Omdat de vervuiling van het milieu steeds erger werd en de gewone mensen zich een beetje begonnen te schamen dat ze nog zo vaak zomaar gingen vliegen, gingen ze dat op een dag aan de baas van het land vertellen. Ze konden best iets vaker de trein nemen of de boot of gezellig helemaal niet vliegen.
Dat vond mijnheer Elbers van de vliegtuigmaatschappij natuurlijk helemaal niet leuk en hij kreeg ook nog eens ruzie met de andere baasjes. Toen bedacht hij een plan; Aan de andere kant van de planeet was een hééél groot land dat India heette en waar de mensen heel arm waren en niet zo goed wisten wat ‘milieu’ was. Daar zou hij heen gaan en dan een hele grote vloot vliegtuigen laten vliegen. De afstanden waren daar zo groot dat hij makkelijk zijn boodschap kon verkopen dat dat heel goed was voor het land.
Terwijl alle landen van de wereld probeerden minder chemie, auto’s, brandstoffen, en milieuvoetstappen te maken vertelde hij trots in de NRC-krant dat hij binnen zes jaar de IndiGo-vloot wilde verdubbelen en zo nóg meer centjes wilde verdienen. Hij was zo dom dat hij dacht dat als de andere kant van de wereld vervuilde, de lucht in zijn eigen kleine landje wel schoon zou blijven. Of hij begreep dat natuurlijk wél maar dat weet je nooit bij domme mensen.
De mensen van India vonden hem natuurlijk een held maar dat kwam dus omdat ze niet zo goed wisten wat ‘milieu’ betekende en ‘vliegschaamte’ al helemaal niet. Zij dachten dat die witte mijnheer het beste met hen voor had zodat ze vaker en gemakkelijker hun vrienden en familie konden zien, dat noemde hij met een ingewikkeld woord ‘connectiviteit’. “Vliegen ging verbinden en het land meer welvaart geven” zei hij dan. Met de trein of de auto waren ze veel langer onderweg hoewel de meeste mensen in dat land zo arm waren dat ze meestal helemaal geen auto hadden. Toen de aardige mevrouw van de krant vroeg of de mijnheer zich niet een beetje schaamde zei hij lachend:”Op de korte termijn zijn nieuwe zuinige vliegtuigen het belangrijkst. Onze vloot is de jongste van alle grotere maatschappijen in de wereld. Dat geeft ons de laagste CO2-uitstoot per passagier”. Dus als je héél veel vervuilt maar in een héél groot land dan lijkt het minder erg. Of zoiets. De mevrouw schreef het allemaal maar op maar dacht er natuurlijk het hare van.
Toen die mijnheer ook nog eens zei dat er wel 2 (!) procent van zijn bedrijf naar een speciale ‘goededoelentak’ ging en: “..bovendien staan de mensen hier op een andere plek van de welvaartscurve dan elders in de wereld” vond ze het wel erg cynisch worden en ging ze maar gauw naar huis.
En de planeetbewoners leefden niet lang meer en heel ongelukkig.
Einde?