Er is sprake van links momentum. Het is aan de linkse beweging om dat momentum met lef en zelfvertrouwen te grijpen.
Oktober vorig jaar schreef ik in een opiniestuk in de Volkskrant dat ik verwachtte dat een linkse partij binnen enkele jaren weer de grootste van Nederland zou zijn. Een linkse premier, voor het eerst sinds Kok. Links wensdenken? Of een logische voorspelling op basis van maatschappelijke ontwikkelingen?
De tijden veranderen snel. Sinds oktober zijn er steeds meer signalen dat de linkse agenda dominanter wordt. De neoliberale wereldvisie met ongebreidelde marktwerking, een passieve overheid, kille arbeidsmarkt en de vercommercialisering van zo’n beetje alles dat van waarde is, blijkt definitief ontoereikend. Het is maatschappelijk en politiek failliet. En dat lijken zelfs rechtse partijen te gaan beseffen.
Kapitalisme is nog steeds het beste van alle systemen in staat om ons welvaart te brengen, maar het moet in dienst staan van de mens en niet andersom. En de kosten voor milieu en klimaat moeten worden meegenomen in onze economie. Dat betekent minder dividend voor de aandeelhouder op de korte termijn maar winst voor toekomstige generaties met een nog enigszins leefbare planeet.
De ecologische crisis waar we in sneltreinvaart in wegzakken is het beste bewijs dat de markt niet altijd met de oplossingen komt, zoals ons altijd geleerd is. We moeten economische groei herdefiniëren, en snel. Nobelprijswinnende econoom Joseph Stiglitz noemt het de overgang naar “progressive capitalism”.
Politiek naar linkerflank We zien het politieke spel zich ondertussen, geholpen door de nieuwe verhoudingen in de Eerste Kamer met een cruciale positie voor GroenLinks en PvdA, steeds meer naar de linkerflank verplaatsen.
Zelfs de VVD, de neoliberale partij bij uitstek, roept grote bedrijven op de lonen te verhogen, verklaart zich solidair met de tandartsassistente in plaats van de tandarts en lijkt eindelijk te beseffen dat grote vervuilers een groter deel moeten betalen in de klimaattransitie. Politieke marketing? Deels. Maar ook een teken des tijds, ook zij zien de maatschappij veranderen. Zien dat steeds meer mensen beginnen te morren.
Echte verandering vindt immers pas plaats als steeds meer mensen zelf gaan ervaren dat hoe we onze maatschappij nu georganiseerd hebben niet strookt met hoe ze willen leven, met dat wat ze belangrijk vinden in hun eigen leven. Dat het niet klopt dat een lerares in een grote stad niet meer dicht bij haar school kan wonen door de excessen in de woningmarkt en de ZZP-bouwvakker onverzekerd op een steiger onze gebouwen staat te bouwen. Dat de Googles, Facebooks en Shells van deze wereld niet een boven de samenleving zwevende entiteit zijn als hun dat uitkomt, maar gewoon belasting moeten gaan betalen naar vermogen en ook een verantwoordelijkheid hebben voor onze gezamenlijke toekomst.
En dat de manier waarop we nu consumeren en produceren de aarde uitput en klimaatverandering versnelt. Dat de consumens zichzelf opnieuw zal gaan moeten uitvinden, dat consumeren uiteindelijk ook niet gelukkig maakt. En dat basale waarden als liefde en compassie, tijd en aandacht voor elkaar en voor je vak, verbinding en leven in harmonie met de natuur in het gedrang zijn.
Keerpunt De recente klimaatmars in Amsterdam waar ik samen met 40.000 mensen in de stromende regen demonstreerde voor eerlijk klimaatbeleid zie ik als een keerpunt. Een voorbeeld van hoe steeds meer mensen hun stem laten horen. Ook mensen zoals ik die nog nooit eerder gedemonstreerd hadden. Een voorbeeld ook van maatschappelijke organisaties, burgerbewegingen en grassroots bewegingen die elkaar opzoeken en gezamenlijk hun achterbannen mobiliseren.
Dat vertaalt zich uiteindelijk ook politiek. Het net gesloten klimaatakkoord is niet perfect maar ook CDA en VVD hebben uiteindelijk een stap naar voren gezet, zijn minder ontvankelijk aan het worden voor de conservatieve lobby. De komende tijd zullen we vaker zien dat het linkse blok in ons parlement successen behaalt en dat middenpartijen als D66 en de ChristenUnie hun agenda deels zullen overnemen.
En links kan ook gewoon weer winnen: het is niet zomaar te vertalen naar landelijke verkiezingen, maar bij de verkiezingen voor het Europees Parlement haalden PvdA en GroenLinks samen twee zetels meer dan VVD, Forum voor Democratie en de PVV samen. De VVD gaat nu niet voor niets ineens op zoek naar de middenklasse, die zien zij langzaam naar links trekken.
We zitten midden in wat men in de wetenschap een paradigmaverschuiving noemt. Het is de stille en minder stille revolutie van het progressief kapitalisme van Stiglitz. Een behoefte aan verbinding ook. Een natuurlijke correctie op dat wat we zelf uit de hand hebben laten lopen, maar ook zelf weer in de hand kunnen nemen. Er is sprake van links momentum. Het is aan de linkse beweging om dat momentum met lef en zelfvertrouwen te grijpen.