‘Dat scholen minder hoge eisen stellen aan de persoon die voor de klas staat, is inherent aan deze tijd van arbeidskrapte. Je hoeft geen cv te sturen, een belletje is genoeg voor een gesprek. Bevalt dat ook maar enigszins, dan ben je aangenomen. De Pabo is niet zaligmakend meer en dat juich ik toe. Goede ouders kunnen vaak goede leerkrachten zijn. Mensen zonder kinderen, maar met gezond verstand, empathisch vermogen en overtuigingskracht komen ook heel ver…’ Het zijn een aantal verbazingwekkende woorden die AD-columnist Dennis Captein onlangs schreef over het gemak waarmee het lerarentekort, volgens hem, zou kunnen worden opgelost.
Columnisten hebben doorgaans de vrijheid om te schrijven waarover ze willen schrijven, mits hun stukken niet racistisch of anderszins aanstootgevend zijn van aard. Omdat een column over het algemeen een persoonlijke zienswijze bevat die bepaalde feiten met bepaalde meningen combineert, liggen zulke stukken geregeld onder vuur. Het hebben en mogen ventileren van een mening op een x-aantal vierkante centimeters in een krant of op een site is een mooi podium, maar roept door de subjectiviteit ervan ook geregeld discussies op. Niet zo gek, want iedereen heeft, net als een neus, een eigen mening. En al die neuzen bij elkaar wijzen nu eenmaal nooit allemaal dezelfde kant op.
Na het lezen van de recente column van Dennis Captein bleef ik achter met vragen als: is dit misschien sarcastisch bedoeld? Waar blijven de feiten? En, wat wil de schrijver hiermee bereiken, buiten het binnenharken van veel negatieve reacties en commentaar? De verbazing over zoveel onwetendheid en het hoge aantal ondoordachte aannames in de korte column overheersten. Zo schrijft Captein onder andere verderop dat het probleem van het lerarentekort is gecreëerd door de huidige leerkrachten zélf: ‘Het geweeklaag over de werkdruk (die heus meevalt) heeft nieuwe aanwas weggejaagd. Met al die protesten hebben de leerkrachten hun eigen nest bevuild, waardoor basisscholen nu met de handen in het haar zitten.’
Je zou er haast zelf ook sarcastisch van worden, zo vlak na de twee-weken-durende-kerstvakantie, met een nieuwe periode van maar liefst nog vier weken lesgeven voor de boeg, waarna de volgende vakantieweek zich alweer aandient (want: leraren hebben immers meer vakantie dan mensen die werken, toch?). Ik zou de schrijver van de column daarnaast graag willen uitleggen dat alle protesten waarschijnlijk niet nodig zouden zijn geweest wanneer de politiek meer affectie met het onderwijsveld had getoond en zich niet decennialang had beziggehouden met het bedenken en in/uitvoeren van zaken die het onderwijs alleen maar hebben geschaad - zoals bijvoorbeeld de invoering van het Passend Onderwijs als verpakte bezuinigingsmaatregel, de inzet op misplaatste excellentie, het negeren van de roep om kleinere klassen, het meehelpen opvoeren van de prestatiedruk (en daar nu weer op terugkomen), het eerdere bevriezen van de salarissen, enzovoorts - in plaats van geholpen. De getalenteerde vakmensen en gemotiveerde zij-instromers houden het helaas soms snel voor gezien, mede door de bekritiseerde werkdruk, die blijkbaar toch niet altijd ‘heus meevalt’.
De meningen over werken in het onderwijs zijn overal aanwezig en zeer uiteenlopend van aard. Dit stuk is dan ook niet geschreven om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Het is juist meer bedoeld om werken in het onderwijs te zien en aan te prijzen als een eervol en mooi beroep, dat zeer gevarieerd is en waar de impact groot van kan zijn. Van verzuring is mijnerzijds dan ook geen sprake en Dennis Captein is te allen tijde van harte welkom om de daadwerkelijke beroepspraktijk eens in levende lijve mee te maken. De afsluitende woorden in de laatste zinnen van zijn column stemmen echter hoopvol: ‘Maar juffen en meesters, die hoog en droog tafeltjes oefenen, scheidsrechter zijn bij de potjes trefbal en met de klas oefenen voor de schoolmusical, die hebben toch een mooie job?’