Vandaag zijn recente cijfers naar buiten gekomen over een kleine krimp in onze economie in het laatste kwartaal. Niet echt onrustbarend nieuws. Maar voor economen en deskundige politici wel een alarmbelletje.
Het verhoor in de Tweede Kamer van de heer Beljaarts als beoogd minister voor het ministerie van Economische Zaken was tekenend voor het gemis aan vakinhoudelijk krachtig overkomende beoogde ministerskandidaten. Met uitzondering van het deskundig duo van NSC en VVD dat het ministerie van Financiën gaat bemensen.
Het ministerie van Economische Zaken wordt straks aan de top bemenst door een bewindspersoon zonder een gedegen economische achtergrond. Als het onderzoek van de curator in de faillissementskwestie tenminste geen roet in het eten gaat gooien. De twee topambtenaren op Economische Zaken missen eveneens een gedegen economische opleiding en ervaring. De secretaris-generaal is jurist en zijn plaatsvervanger is historica. Niet echt een achtergrond om leiding te geven aan juist zo’n uitgesproken ministerie voor het economisch domein.
Dit is evenwel de uitkomst van het gesloten circuit en netwerk van een kleine club van 100 topambtenaren met een goed beschermde rechtspositie die zichzelf als een feitelijk baantjeskartel in stand kunnen houden. Zonder oog te hebben voor een in de topleiding onopgemerkte competentiedrain van vakinhoudelijke topambtenaren.
De nieuwe beoogde NSC bewindsvrouw Uitermark van Binnenlandse Zaken, zou dit onderwerp als 'vrije kwestie' voor een betere bestuurbaarheid van Nederland hoog op haar agenda kunnen zetten. Pieter Omtzigt, als politicus met een gedegen economische achtergrond, kan toch moeilijk tevreden zijn met voornoemde uitkomst in de samenstelling van de top bij Economische Zaken.