Het is goed dat leerlingen de tijd hebben om te laten zien welk niveau het beste bij ze past.
Aan het begin van een nieuw schooljaar worden alle nieuwe brugklasleerlingen besproken met de desbetreffende vakdocenten. De zogenaamde ‘warme overdracht’ vanuit de basisschool is voor de zomervakantie afgerond en omdat iedereen recht heeft op goed onderwijs en gelijke kansen is dit een waardevol moment. Dit jaar werd duidelijk dat de nadruk lag op het kansrijk adviseren. Dat betekent dat de leerlingen vanuit de basisschool een, veelal, breed advies hebben gekregen met betrekking tot het niveau waarop ze zijn ingedeeld in de brugklas. Zo zal bij twijfel tussen bijvoorbeeld vmbo of havo sneller zijn ingezet op een havo advies, waardoor de leerling in een gemengde brugklas vmbo/havo is geplaatst, in plaats van in een vmbo-brugklas.
Een en ander heeft ook te maken met de afgelopen coronaperiode. Alle leerlingen hebben, verspreid over twee schooljaren, maandenlang thuisonderwijs moeten volgen. Op de onderwijssite Leraar24 valt te lezen dat onderzoekers van de Oxford University onlangs de resultaten van zo’n vijftien procent van alle Nederlandse basisscholen hebben onderzocht. Hierbij kwamen ze tot de conclusie dat de gemiddelde schoolresultaten door de lockdowns en het thuisonderwijs achteruit zijn gegaan. Aanvullend bleek uit een onderzoek van EenVandaag, dat gehouden werd onder ruim 700 schoolleiders en leraren in het basisonderwijs, dat zeven van de tien leraren vorig schooljaar aangaf achterstanden bij leerlingen te zien.
Het geven van een zo objectief mogelijk schooladvies is hierdoor logischerwijs nog lastiger geworden dan voorgaande jaren, waarin geen corona heerste en de discussies over de waarde van de eindtoetsen en het advies van de leerkracht(en) veelal de gemoederen bezig hield. Het is daarom goed dat de gegeven adviezen een kansrijke insteek hebben en dat de leerlingen de tijd hebben om te laten zien welke richting of niveau het beste bij ze past. Een gemotiveerde leerling zal daarom waarschijnlijk beter gedijen in een klas waarin sprake is van enige optrek tussen de leerlingen onderling en waarbij uitdaging centraal staat. Dit in tegenstelling tot een advies dat geen uitdaging biedt en juist niet is gericht op een laat-maar-zien-wat-je-kan-insteek. Een leerling onderschatten is dan ook kwalijker dan een leerling op een gezonde manier overschatten.
Tegelijkertijd zien we dat het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking langzaamaan stijgt. Het Sociaal en Cultureel Planbureau meldde vorig jaar dat in 2010 ruim 32 procent van de bevolking tussen de 25 en 64 jaar een hbo-diploma of universitaire graad had. In 2019 was dit aantal gegroeid tot ruim 40 procent. Hieruit blijkt dat de ambitie om hoogopgeleid te zijn groot is. Ondanks deze gegevens moeten we ervoor waken dat de term ‘kansrijk’ niet enkel in verband wordt gebracht met hoogopgeleiden. Het lijkt me dan ook erg zinvol om te benoemen dat een beroepsgericht vmbo-advies ook juist erg kansrijk, uitdagend en ambitieus kan zijn. Het is namelijk een misverstand dat er alleen een mooie toekomst op je wacht wanneer je hoger en/of universitair onderwijs hebt gevolgd.
Dat er landelijk gehoor wordt gegeven aan het belang van goed vmbo-onderwijs, blijkt onder andere uit het feit dat er gewerkt wordt aan een nieuwe opleidingsvorm. Het is de bedoeling dat vanaf schooljaar 2024/2025 de gemengde en theoretische leerweg binnen het huidige vmbo verdwijnen en hiervoor in de plaats een ‘nieuwe leerweg vmbo’ ontstaat. Hierbij gaan de vmbo-leerlingen – naast de theoretische vakken – een praktijkgericht programma volgen, waarbij de nadruk komt te liggen op het aanleren van vaardigheden die passen bij de interesse van de leerling en bij de keuze van een vervolgopleiding. Ze zullen hierdoor meer mogelijkheden krijgen om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, praktische vaardigheden zullen gerichter worden aangeleerd en er zal meer worden samengewerkt met bedrijven in de regio. De toekomst voor deze leerlingen is dus kansrijk. Uiteindelijk kan niemand deze vakmensen missen.