'Als de wil van het volk u niet bevalt, beperk dan de zeggenschap van het volk'
Rick van de Ploeg, Hans Hoogervorst en Aart-Jan de Geus zien de instabiliteit van Nederland met lede ogen aan. Hun voorstellen, het invoeren van een kiesdrempel of een tweepartijenstelsel zijn echter geen oplossing, want versplintering en polarisatie zijn niet de oorzaak van het gebrek aan vertrouwen in de politiek, maar een gevolg.
In Nieuwsuur beklaagden Hans Hoogervorst (VVD), Aart-Jan de Geus (CDA) en Rick van de Ploeg (PvdA) zich vrijdag over de problemen van de Nederlandse politiek op dit moment. Op zichzelf benoemen ze een aantal reële pijnpunten.
Nederland is op dit moment sterk politiek verdeeld en gepolariseerd, waardoor een stabiel kabinet vormen moeilijk is. Resultaat is een kabinet zonder meerderheid in de Eerste Kamer, wat het (snel) nemen van besluiten bemoeilijkt. Ze zoeken echter zowel de oorzaak als de oplossing in de verkeerde richting. Hun stellingname is namelijk dat de vele partijen in Nederland het probleem zijn: die lastige burgers versmaden de aloude middenpartijen die volgens de heren altijd zulke stabiele factoren vormden, en blijven in plaats daarvan maar partijtjes oprichten. (Hoe dúrven ze ons voor de voeten te lopen, hoor je ze denken!)
Regentesk De oplossing van deze bestuurlijk kanonnen, die Nederland inmiddels van verre bezien, is uitgesproken regentesk: als de wil van het volk u niet bevalt, beperk dan de zeggenschap van het volk. Een van de aangedragen opties is het invoeren van een kiesdrempel, zodat kleine partijen buiten de boot vallen en een stem op een kleine partij zo onvoordelig wordt, dat de kiezer wel op een middenpartij moet stemmen als hij enige invloed wil uitoefenen.
We weten uit de Nederlandse praktijk dat een dergelijke strategische stem vaak ten koste gaat van veel persoonlijke frustratie bij de kiezer omdat de partij in kwestie ‒ immers niet zijn eerste keus ‒ een ander beleid voert dan gewenst: de kiezer wordt gedwongen te kiezen tussen slecht en slechter (met als noodoptie om dan maar helemaal niet te stemmen).
Als ander voorbeeld wordt in de uitzending een tweepartijenstelsel naar Brits model genoemd. Ook dat behelst een sterke beperking van de keuzemogelijkheden van de kiezer als het gaat om de landelijke politiek. Het zal bij deze mastodonten niet verrassen dat beide genoemde ‘oplossingen’ de gevestigde orde sterk bevoordelen ten opzichte van nieuwkomers.
Oorzaak en gevolg In feite ligt de oorzaak van het probleem natuurlijk ergens anders. Met uitzondering van Jan Nagel richten burgers nieuwe partijen niet voor de lol op, maar omdat de gevestigde partijen niet aan hun verwachtingen voldoen. Nederland is sterk verdeeld over hoe het verder moet in het land, en de grote middenpartijen lijken te veel op elkaar en doen naar de zin van veel kiezers te veel en te gemakkelijk concessies omwille van de stabiliteit, de bestuurbaarheid, de politieke realiteit of gewoon de macht.
Het resultaat is een land waarin veel burgers zich om allerlei redenen niet thuis voelen: door een gevoeld gebrek aan tolerantie, door het gevoel dat hun buurt of land te snel verandert, hun baanzekerheid teloorgaat, de verzorgingsstaat wordt gesloopt, publieke werken worden verkwanseld aan de hoogst biedende, of gewoon door het besef dat ze niet worden vertegenwoordigd door hun volksvertegenwoordigers.
Het is het de gevestigde partijen niet gelukt om het vertrouwen dat ze zo lang genoten vast te houden. Daar zijn wat externe redenen voor aan te wijzen, zoals de toenemende invloed van (sociale) media. Maar de belangrijkste reden blijft toch dat ze er niet in zijn geslaagd de burger het idee te geven dat ze het belang van die burger werkelijk op het oog hebben en dat belang langdurig en bestendig behartigen.
Het gevolg is dat de kiezer zoekt naar een partij die waarvan hij het idee heeft dat het programma niet meteen op de dag na de verkiezingen de prullenbak in gaat, en veel kiezers vinden die partij op de flanken. Sommige kiezers richten zelf een partij op, in de hoop de invloed te kunnen uitoefenen die ze niet kunnen uitoefenen via een gevestigde partij. In een notendop: polarisatie en versplintering, en dus een haperend bestuur, zijn in Nederland het gevolg van gebrek aan vertrouwen, niet de oorzaak ervan.
Reactionair De opties die De Geus, Van der Ploeg en Hoogervorst bieden ‒ in feite het beperken van de democratische ruimte van de kiezer ‒ zijn reactionair: ze behelzen een terugkeer naar een voorbije tijd waarin de grote partijen nog wel vertrouwen genoten. Zoals bij reactionaire bewegingen altijd het geval is, moet dat onder dwang: als de burger niet wil stemmen voor wat ‘wij’ denken dat goed voor hem is, dan beperken we de keuze zodanig dat hij niet anders kan.
In een tijd dat de kiezer juist schreeuwt om meer en directere zeggenschap, is het niet verstandig om de kiezer zijn keuzevrijheid te ontnemen. In plaats daarvan moeten we juist zoeken naar nieuwe vormen die de burger meer invloed en vertrouwen geven. Zoals bijvoorbeeld David van Reybrouck doet in zijn boek Tegen verkiezingen , waarin hij oproept een model van loting te onderzoeken als middel om de burger meer invloed te geven op de besluitvorming.
Een vorm van ‘gekanaliseerde democratie’ die De Geus, Van der Ploeg en Hoogervorst voorstaan, zal het gevoel van onmacht en frustratie bij de burger echter alleen maar doen toenemen.