Meer dan de helft van de asielkinderen die een beroep hebben gedaan op het kinderpardon, mag in Nederland blijven, meldt NOS. Staatssecretaris Broekers-Knol meldt aan de Tweede Kamer dat van de 1100 kinderen, 569 kinderen een verblijfsvergunning hebben gekregen. Ook 502 volwassen familieleden van deze kinderen hoeven niet naar eigen land terug te keren.
Het betreft aanvragen van asiel die opnieuw zijn beoordeeld, na de verruiming van het kinderpardon. De coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie maakten de afspraak met de regeling te stoppen, op voorwaarde dat de zaken van kinderen die op dat moment langer dan vijf jaar in Nederland waren, nog één keer een beoordeling kregen.
Van de 263 kinderen die automatisch voor een herbeoordeling in aanmerking kwamen, mogen er 235 in Nederland blijven. Daarnaast hebben nog 837 kinderen zich gemeld in de hoop te mogen blijven. Van deze groep hebben 334 kinderen een verblijfsvergunning gekregen.
De kinderen die zijn afgewezen, voldeden niet aan de criteria van het verruimde kinderpardon. Zij hadden bijvoorbeeld nog geen asielaanvraag lopen, verbleven korter dan vijf jaar in Nederland, of hun aanvraag was niet ingediend voor hun achttiende.
De verwachting van voormalig staatssecretaris Harbers vorig jaar was dat zo’n 90 procent van de groep mocht blijven. Het verwachtte totaal kwam toen uit op zo’n 1300 kinderen en volwassenen. Dat aantal is onder de nieuwe staatssecretaris aanzienlijk geslonken.
De herbeoordeling werd afgedwongen door actievoering van Tim Hofman en Nemr. De Iraakse jongen kreeg landelijke bekendheid door zijn optreden in de documentaire ‘Terug Naar Je Eige Land’. Samen met Nemr overhandigde Hofman een bolderkar vol met petities voor een ruimer kinderpardon aan Kamerleden. Nemr mocht uiteindelijk in Nederland blijven.