Op dit moment ligt er alleen al genoeg werk om de schade die we zelf veroorzaken te beperken. Het kan en moet echt beter. Het is tijd om de daad bij het woord te voegen en een echt duurzaam handelsland te worden.
Haroon Sheikh stelt in zijn column (NRC van 25 juli jl.) dat Nederland de wereld kan redden. De grootste oorlogen en conflicten zijn tenslotte in de basis veroorzaakt door voedsel- en watercrises. En laten wij Nederlanders nou precies op die twee gebieden – land- en waterbouw en vrede en veiligheid – de wijsheid in pacht hebben!
Ik krijg er een beetje een nare smaak van in mijn mond. Nederland speelt namelijk een dubbelrol: aan de ene kant presenteren we onszelf maar wat graag als voorloper op gebied van klimaatadaptatie, voedselzekerheid en slim gebruik van water, aan de andere kant verdienen we juist flink aan de vernietiging van ecosystemen.
Zo gaat het grootste deel van de Nederlandse exportondersteuning naar onze maritieme sector, die wereldwijd kanalen uitbaggert en varende boorplatforms bouwt ten behoeve van de fossiele-brandstoffenindustrie ( Nederlandse projecten met exportverzekering zijn niet erg duurzaam; NRC 18-6-2017 ). Daarbij trekken lokale bewoners zoals vissers en boeren steevast aan het kortste eind: niet alleen worden ze uit hun huizen en van hun land af gejaagd, maar ze zien ook nog eens niets terug van al die olie- en gasbaten. Tegelijkertijd vliegen Nederlandse experts de wereld over om kleine boeren te leren hoe ze zich moeten aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte en overstromingen. Je reinste hypocrisie.
Nu ben ik zeker voorstander van de ambities van Haroon Sheikh, maar ze zijn niet gedurfd genoeg. Nederland kan zichzelf niet met droge ogen als de redder van de wereld neerzetten zonder eerst de hand in eigen boezem te steken. Er zijn legio voorbeelden waar dat kan beginnen. Onlangs berichtte een groep UvA-onderzoekers dat Nederland het meest gebruikte doorvoerland is naar belastingparadijzen. Geld dat in het land van oorsprong naar de publieke sector had kunnen gaan. Ook staat het Nederlandse bedrijfsleven volgens de Land Matrix in de top-10 van landopkopers in de wereld. Land waarop boeren voedsel hadden kunnen verbouwen voor zelfvoorziening. De CO 2 -uitstoot van Nederland overtrof in 2016 het niveau van alle jaren ervoor. Chapeau! Nederland is wat mij betreft nog lang niet klaar voor de voortrekkersrol in de wereld. Op dit moment ligt er alleen al genoeg werk om de schade die we zelf veroorzaken te beperken. Het kan en moet echt beter.
De Nederlandse overheid speelt een cruciale rol. Momenteel ontvangen zelfs onze meest winstgevende sectoren direct of indirect overheidssteun, of het nou het gaat om afdekken van risico’s via exportkredietverzekeringen of economische diplomatie via ambassades en handelsmissies. Het zou bijvoorbeeld al een behoorlijke verbetering opleveren als de overheid onze exportsector aan bestaande afspraken zou houden. Zoals het Parijsakkoord. Maar ook het uitvoeren van – én opvolging geven aan – degelijke inspraakprocedures, milieustudies en mensenrechtenanalyses. Nu worden deze activiteiten als tijdrovend en duur beschouwd, slecht voor de concurrentiepositie en dus voor onze winst.
Als Nederland echt het beste met zichzelf en de wereld voorheeft, dan ligt er een prachtige uitdaging voor de formateur en het komende kabinet. Zij kunnen en moeten de potentie van ons bedrijfsleven om daadwerkelijk een verschil te maken versterken, bijvoorbeeld door uitsluitend overheidssteun te geven aan het Nederlandse bedrijfsleven als de activiteiten sociaal en ecologisch duurzaam zijn. Nederland heeft inderdaad expertise genoeg – daarin geef ik Sheikh gelijk – maar we gaan de wereld niet redden als we deze expertise gebruiken als een lapmiddel voor de schade die we zelf veroorzaken. Het is tijd om de daad bij het woord te voegen en een echt duurzaam handelsland te worden.