Laat jongeren weer meedoen
• 07-12-2012
• leestijd 3 minuten
De politiek moet snel maatregelen nemen om te voorkomen dat jeugdwerkloosheid de samenleving ontwricht en de crisis verergert
Het klassieke devies “arbeid adelt” heeft in de huidige crisis een wrange bijbetekenis gekregen. Er is een sterke waterscheiding tussen de ‘adellijke’ werkenden en de groep mensen die onvrijwillig werkeloos thuis zit. Werk is de sterkste economische bepaler van levensgeluk en zelfvertrouwen, en vooral jonge, opgeleide mensen die graag aan het werk willen, ervaren werkloosheid als een bron van grote frustratie. De politiek moet snel maatregelen nemen om te voorkomen dat jeugdwerkloosheid de samenleving ontwricht en de crisis verergert.
Jongeren die niet studeren, werken of een stage lopen, zijn compleet afgescheiden van de arbeidsmarkt. Deze groep, ook wel NEETs genoemd ( not in employment, education or training ), maakt geen ontwikkeling door die de kansen tot toetreding verhoogt. De NEETs zitten in de wachtkamer.
De gevolgen van deze stilstand strekken ver. Het is aangetoond dat jongeren die afstuderen in een periode van grote werkeloosheid gedurende hun loopbaan significant vaker beneden hun niveau (blijven) werken dan jongeren die in gunstiger tijden de arbeidsmarkt betreden. Dit is niet alleen een verlies van potentieel voor onze samenleving, het laat ook littekens na op individuen. Jongeren kunnen langdurige fysieke en mentale problemen overhouden aan hun gedwongen uitsluiting. Door de omvang van deze groep in de huidige crisis wordt er al gesproken van een verloren generatie.
Nu zijn de geografische verschillen in jeugdwerkloosheid binnen Europa erg groot. In Nederland valt één op de twintig jongeren tussen de 15 en 24 in de NEET-categorie, in Spanje is dat één op de vijf. En dan spreken we over de nauwst mogelijk definitie van jeugdwerkloosheid; kijkend naar het aantal werkzoekenden onder jongeren is dat in Nederland bijvoorbeeld al 13%, twee keer zoveel als onder volwassenen.
Deze scheve verhouding kan zich ontwikkelen tot een wig in onze samenleving. Een samenleving met te weinig banen is een voedingsbodem van onrust, woede en instabiliteit. Daarom moeten we niet alleen voor onze eigen werkeloze jongeren in de bres springen, maar moeten we er op Europees niveau op toezien dat iedere jongeren een plek in de samenleving krijgt waar hij of zij voldoening uit kan halen. Dit is een onontbeerlijk aspect van samen uit de crisis komen.
Krachtig Europees beleid speelt hierin een belangrijke rol. De Europese Commissie moet investeren in een jeugdwerkgarantieplan voor werkzoekende jongeren. Onderwijs en innovatie moeten achter aan de lijst van beoogde Europese bezuinigingen komen, in plaats van versplinterd te worden tussen historische belangen (de landbouw- en regiofondsen) aan de ene kant en richtingloze bezuinigingsvoorstellen aan de andere kant, zoals dat nu dreigt te gebeuren. In onderwijs en innovatie moet juist worden geïnvesteerd. Daarnaast kent Europa nog een aantal wringende kwesties dat alleen opgelost kan worden door doelgerichte hervormingen, met name wat betreft de vaak scheve aansluiting tussen opleiding en werk, en de nog slecht ontwikkelde interne arbeidsmarkt voor mensen die willen verhuizen voor hun werk.
Een Europa dat deze voorwaarden schept is van het grootste belang, maar ook op nationaal niveau kunnen stappen gemaakt worden. In Oostenrijk, het land met de laagste jeugdwerkloosheid van de EU, is een succesvol Youth Guarantee Plan gelanceerd. Eén van de initiatiefnemers, het Europees parlementslid Evelyn Regner, kwam afgelopen dinsdag naar Nederland om haar ervaringen te delen tijdens een grote actie tegen jeugdwerkloosheid.
Op 11 september organiseerden de Jonge Socialisten reeds een manifestatie om jeugdwerkloosheid op de agenda te zetten. In het regeerakkoord wordt niet gesproken over een specifieke aanpak tegen jeugdwerkloosheid. Gezien het grote belang van het voorkomen van een achtergebleven generatie, gaan we ervan uit dat dit onderwerp van dit kabinet toch alle aandacht krijgt die het verdient.
Succesverhalen zoals in Oostenrijk plaatsen een stip aan de horizon voor jongeren die door de crisis getroffen worden. Het is vervolgens de taak van de politiek om gericht aan de slag te gaan tegen jeugdwerkloosheid. Niet alleen omdat we alleen met een inclusieve samenleving een weg uit de crisis vinden. Maar ook om jongeren de mogelijkheid te geven zelf controle te hebben over hun eigen toekomst.