Hij moet in de formatie het voorbeeld van Jaap Burger volgen die met brieven een oplossing forceerde en zo het kabinet Den Uyl tot stand bracht
Informateur Johan Remkes probeert zich te profileren door een forse stijl. Hij speelt de strenge rector die de eindexamenklas stevig onder de duim houdt. Van grappen en opmerkingen buiten de lesstof is hij niet gediend. Aan de andere kant blijkt hij toch een man van ‘haastige spoed is zelden goed’. Zo rond half oktober pas hoeven de contouren van een kabinet op te doemen, vindt hij. Dat is een wel heel bedachtzaam voortschrijden, zeker nu ons een miljardennota te wachten staat, opgeschreven door een kabinet dat niet altijd even goed onthoudt dat het demissionair is om het maar zachtjes te zeggen. Voor een nieuwe regering zal al heel wat vast liggen.
Het is een geluk voor Remkes dat Jesse Klaver en Lilianne Ploumen hem meteen hebben geholpen zijn pose te handhaven. Ze gaven voor hun eerste onderhoud met de informateur opening van zaken: een minderheidskabinet zien ze niet zitten. Als het die kant op gaat, hebben ze de komende weken wel wat anders te doen. Dat is duidelijk. Segers lijkt het met een minderheidskabinet wel te willen proberen. Hij sluit tegelijk niet uit dat hij ooit nieuwe verkiezingen adviseert.
Het schijnt dat Remkes de onderhandelingen wil verplaatsen naar een of andere locatie in de regio alsof het om de opvang van vluchtelingen gaat in rechtse wensdromen. Dan zijn de onderhandelaars minder bereikbaar voor journalisten. Dan is het zegel van geheimhouding gemakkelijk op de gesprekken te drukken. Dan kun je – zo luidt de theorie – in die afgelegen achterkamertjes de verziekte verhoudingen aanpakken.
Of juist niet.
Alle politici van Nederland staan onder sterke druk om verdere chicanes na te laten. Het publiek en de belangenorganisaties in alle soorten en maten willen dat zij het eens worden over de inhoud. Ze eisen snel een kabinet dat weet wat het wil. Wie nog over de poppetjes en de samenstelling wil blijven zeuren of over de stabiliteit in verband met het aantal deelnemende partijen, zal daar op den duur voor worden afgestraft. Geheime onderhandelingen op een afgelegen plek stellen partijleiders in staat hun gebruikelijke spelletjes te blijven spelen. We zijn nu in een stadium beland dat ze contraproductief zijn en deel van het probleem dat het Binnenhof verlamt.
Als Remkes serieus haast wil maken, moet hij juist méér openheid forceren. Zijn verre voorganger Jaap Burger gaf daarvan een inspirerend voorbeeld. Hij werkte in 1973 toe naar een coalitiekabinet van de PvdA en de confessionele partijen. Dat waren er in die dagen nog drie, de Katholieke Volkspartij, de Anti Revolutionaire Partij en de Christelijk Historische Unie. Ze zouden pas drie jaar daarna het CDA vormen.
Met de PvdA en haar kleine linkse bijwagen de Politieke Partij Radicalen (PPR) had Burger weinig problemen maar de confessionelen bleven zeuren en zaniken. Tot gekwordens toe. Toen besloot Burger dat bloot te leggen. Hij deed het door die partijen brieven te schrijven waarvan de inhoud aan de media werd meegedeeld. De confessionelen moesten daarop wel een openlijk antwoord geven. Juist daardoor kwam er schot in de formatie. De aangeschreven partijen bleken niet bereid een progressief regeringsprogramma te onderschrijven maar KVP en ARP wilden wel een kabinet met PvdA en PPR gedogen. Ze stonden ook toe dat partijleden min of meer op persoonlijke titel een ministerschap aanvaardden. De CHU deed niet mee en koos voor de oppositie. Zo kwam het kabinet Den Uyl tot stand met aan de confessionele kant onder meer de ministers Dries van Agt, Ruud Lubbers en Jaap Boersma. Het kabinet Den Uyl hield het bijna vier jaar vol. Het werd niet door de Kamer ten val gebracht maar viel uit elkaar omdat de confessionele ministers twee maanden voor de verkiezingen van 1977 wegliepen. Dat is voor een regering in Nederland helemaal geen slechte levensduur.
Wie weet werkt de tactiek van Burger opnieuw. Hij gold in zijn tijd als een rouwdouwer die niet gediend was van flauwekul en eindeloos gepalaver. Met zijn brieven legde hij bloot waar de pijn zat en wie die veroorzaakten. Op zulke kennis heeft het hedendaagse publiek net zo goed recht als dat van bijna een halve eeuw terug.
Remkes hangt toch graag de norse, nuchtere Groninger uit? Nu kan hij laten zien welke schoenen waar wringen. En wel met uitgebreide emails, die niet uitlekken maar worden gepubliceerd. Dan kan heel Nederland over zijn schouder meekijken. Bijzondere tijden vergen bijzondere maatregelen. Het is de enige manier om politici te dwingen hun oplossingen voor Nederland bloot te leggen – als ze al die hebben natuurlijk. Uit de achterkamertjes komen geen oplossingen meer maar alleen de walm van verrotting.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Wat voor brieven schreef Burger dan? Hier is er eentje , gepubliceerd in NRC Handelsblad van 3 februari 1973. En kijk hem eens lachen op de foto!