Opbrengstgericht volksvertegenwoordigen voor meer waardering en kwaliteit?
Het vertrouwen van de Nederlanders in de politiek heeft een dieptepunt bereikt, rapporteerde het Sociaal en Cultureel Planbureau afgelopen donderdag.
De bevolking heeft al jaren geen hoge pet op van haar eigen vertegenwoordigers. Dit blijkt onder andere uit de stabiel belabberde scores van het beroep politicus in waarderingsonderzoeken. Het roept onwillekeurig de vraag op naar de validiteit van ideologieën die uitgaan van een groot probleemoplossend vermogen van de samenleving, maar dit terzijde.
Naast de onvrede over politici heerst ook de opvatting dat er onvoldoende toppolitici zijn in Nederland, zoals bij de voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, de heer Wientjes. Wat deze zaken verbindt, is het aspect kwaliteit en het ontbreken aan inzichtelijkheid hiervan. Onze prestatiemaatschappij lijkt hevig te verlangen naar de invoering van opbrengstgericht werken van politici. Wellicht moeten we er – als tussenfase – maar aan?
Gelijke monniken, gelijke kappen De publieke sector opereert inmiddels op bedrijfsmatige wijze. We kwantificeren ons wezenloos; veel functioneren is meetbaar gemaakt. Het is echter een mysterie waarom het politieke bedrijf achtergebleven is. Zolang politici tamboereren op meer kwaliteit in de zorg, in het onderwijs etc. maar zwijgen over hun eigen kwaliteit, blijft er een onbalans en kan ontevredenheid broeien.
Analoog aan het onderwijs dient er dan ook in de politiek gewerkt te worden aan een cultuur van opbrengstgericht werken. Door het inzichtelijk maken van de doelstellingen van een politicus en het volgen van de individuele prestaties kan een beeld van de daadwerkelijke kwaliteit verkregen worden. Dit is onontbeerlijk voor een objectieve beoordeling van de deugdelijkheid van de uitvoering van de taken van volksvertegenwoordigers. Met een dergelijke transparante werkwijze moet de waardering voor het beroep haast wel stijgen.
‘De trap van bovenaf schoon’ We zijn het als maatschappij aan onszelf verplicht het maximale uit onze politici te halen. Een bijkomend voordeel van opbrengstgericht werken is dan ook de continue kwaliteitsverbetering. Politici zouden hierdoor namelijk systematisch en doelgericht aan het maximaliseren van hun prestaties werken.
Door het beoordelen en verbeteren van de eigen werkwijze ontstaat er een stijgende lijn. Het gevolg is meer competitie in het politieke spel en de mogelijkheid tot aanbrengen van rangordes. Een duidelijke cesuur heeft een potentieel zuiverende werking waardoor backbenchers tot het verleden kunnen behoren. De heer Wientjes zal tevreden zijn.
De bevolking zou als tegenwicht ook de politiek op haar productiviteit moeten kunnen beoordelen. Rutte kan niet anders dan voorstander zijn, want kwaliteitsstijging van politici fasciliteert een kleinere overheid. Laten we dan ook binnenkort al starten met de quick scan . Het met deze nulmeting verkregen inzicht in kwaliteitsniveau zal zowel het vertrouwen van het publiek doen stijgen als politici laten excelleren.
Door opbrengstgericht te werken zouden politici proefondervindelijk ervaren hoe het voelt om als object beoordeeld te worden. Als ze zelf zuchten onder het huidige kwantificeringsjuk en de tekortkomingen van een dergelijk systeem gaan inzien, leidt het wellicht tot wat minder Angelsaksische voorstellen. De kwaliteitsstijging die eigenlijk hard nodig is.