Het lijkt erop dat de GGD geen organisatie is die het vanzelfsprekend vindt om nieuwe partners of nieuwe mogelijkheden op te zoeken
Op een appgroep van schoolvrienden delen we vol verbazing het wel en wee rond de boosterprik. Veel eerst zelf uitzoeken, maar nu dus samen op de app. Dat helpt. We horen vrijwel allemaal tot de categorie met de minste antistoffen, de combinatie astra en midden 60.
Je deelt tips. Het is een tombola waarbij sommigen na weken wachttijd buiten hun woonplaats aan de beurt zijn, anderen direct en vlakbij langs kunnen komen. Het komt vooral neer op moeizaam regelen, lang wachten en een eindje reizen als het zover is. En dat je bijvoorbeeld eerst zes, later drie maanden geleden een prik gehad moet hebben en dat ze dat dan rekenen vanaf het moment dat je de afspraak maakt, niet dat je de afspraak hebt. Erg onhandig, maar dat kun je omzeilen met een leugentje om bestwil.
Of een cri de coeur van iemand die voor zijn moeder via de telefoon geen afspraak kon maken. “Kafka ten voeten uit, echt heel slecht, super bureaucratisch, kan echt tien keer eenvoudiger en sneller”. Een ander kon het wel regelen voor haar buurvrouw. Of dat je als je toch met je partner komt, wordt afgeraden in de uitnodiging, en naar binnen sneakt en je bent beiden boven de 60, dan krijg je als begeleider ook de booster. Dat je het weet. Nu circuleert een nummer waar je altijd eerst te horen krijgt dat het niet kan, maar als je direct weer het nummer kiest, dan krijg je wel de mogelijkheid om een afspraak te maken.
Kommer en kwel, die wij blijmoedig tot ons nemen. We zijn tenslotte zestigers en sommigen hebben de wijsheid van Plato onthouden die onze leraar klassieke talen ons voorhield, namelijk dat elke oplossing nieuwe problemen creëert. Er is altijd wat, weet ik na dertig jaar adviseren voor organisaties.
Tot een vriend uit Parijs zich meldt met “Ik heb hem sinds gisteren, bij de apotheek bij ons aan de overkant”. Iedereen in Frankrijk die een spuit vast kan houden vaccineert mee: huisarts, apotheker, wijkzuster, maar ook de dierenarts.
Ik was dienstplichtige bij de geneeskundige troepen. Elke twee maanden als er een lichting opkwam, moest ik 20 tot 50 soldaten inenten voor van alles en nog wat. Er lopen duizenden ex-dienstplichtigen als ik rond, veelal met pensioen, die ervaring hebben en ooit een degelijke opleiding prikken hebben gehad. Dat is een grote bron van mogelijke ‘vaccinateurs’ (of hoe je dat ook noemt). Toen ik de GGD daarop wees een paar maanden geleden kreeg ik een vriendelijk mailtje terug met een link naar vacaturesites bij uitzendbureau’s.
Je kunt ervaren prikkers ook actief benaderen. En sommige van de duizenden nu leeg staande horecabedrijven gebruiken. Ook nog, geloof het of niet, kan je buiten kantoortijden prikken. Er zijn veel bedrijven, bijvoorbeeld in de evenementenindustrie, die meer ervaring hebben met ingewikkelde, maar vergelijkbare logistieke processen dan de GGD (bellen, plannen, ruimtes benutten, etc. ). Die organisaties hebben niks te doen. Er zijn zoveel meer oplossingen mogelijk om sneller te vaccineren.
De GGD maakt sterk de indruk alles vanuit de eigen werkelijkheid en eigen ervaring te doen. De discussie over het kwartiertje rust na afloop komt nu pas los. Het lijkt erop dat de GGD geen organisatie is die het vanzelfsprekend vindt om nieuwe partners of nieuwe mogelijkheden op te zoeken. De GGD wordt nu bevraagd op zaken die nieuw voor de organisatie zijn. Voor de tweede keer gaat het langzamer met prikken dan in veel andere Europese landen. Dat kunnen we ons niet meer permitteren. Welllicht goed om in deze lockdown organisaties die in de niet-medische aspecten van het proces van vaccineren goed zijn, aspecten dus waarin de GGD veel minder of geen ervaring heeft, te betrekken als partner.