© cc-foto: PublicDomainPictures
Wat de verdeling van de beschikbare energie betreft, dient het beginsel van EU en NAVO te zijn: één voor allen, allen voor één
Terwijl Nederland zijn oude meuk op kleedjes aan de straat verkocht, knalde de gasprijs met 27% omhoog. Dat was de reactie van de markt op het besluit van Gazprom de levering aan Polen en Bulgarije te staken omdat deze landen weigeren hun rekening in roebels te betalen.
Er komen nu vanuit allerlei overheidskringen in het westen sussende geluiden dat het allemaal wel meevalt. En dat er geen tekorten verwacht worden, althans niet onmiddellijk. Zo wilde Polen al in de herfst zelf de Russische pijplijn dichtdraaien.
Je weet niet wat de gasprijs verder gaat doen. Het valt ook moeilijk te voorspellen wat Poetin verder in petto heeft. Zal hij bijvoorbeeld Duitsland afsluiten? Een nieuwe complicatie wordt gevormd door een reeks van explosies op Russisch grondgebied niet ver van de grens met Oekraïne.
Dit zijn allemaal factoren die de prijzen op de energiemarkt sterk beïnvloeden, vooral omdat handelaren er nerveus van worden.
We voeren in feite een economische oorlog tegen Rusland. We worden door Poetin steeds meer met gelijke munt terugbetaald. Onder zulke omstandigheden kan marktwerking je vijand worden. Permanent stijgende gasprijzen zullen miljoenen en nog eens miljoenen Europeanen in existentiële problemen brengen. Dat is allemaal sterk in het belang van Poetin.
Daarom moeten de Europese Unie en de lidstaten van de NAVO snel overwegen om de energiemarkt in een stevige greep te nemen. Als dit zo doorgaat, dient er prijsbeheersing te komen en staatsregie. Wat de verdeling van de beschikbare energie betreft, dient het beginsel te zijn: eén voor allen, allen voor één.
Anders behaalt Poetin uiteindelijk de overwinning.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast over politiek en geschiedenis van Han van der Horst en John Knieriem.
cc-foto: PublicDomainPictures