Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Kustaw Bessems trapt in de drogreden van de Israël-lobby

  •  
09-06-2024
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
3951 keer bekeken
  •  
ANP-500384099

Geen enkel land erkent dat Israël historische rechten op Palestina zou hebben en dit met een goede reden.

Veel intelligente mensen, zoals Simon Sebag Montefiore, Simon Schama en Yascha Mounk, trapten in de leugen en drogreden van de Israël-lobby dat de studentenprotesten de Israëliërs willen verdrijven. Deze lobby beweert dat de Joden een historisch recht op Palestina hebben en daardoor de studentenprotesten Israël niet als een koloniaal project kunnen beschouwen. Ook Kustaw Bessems is hierin getrapt. Hij schrijft in de Volkskrant het volgende:

“Hoewel ik nu misschien sommige revolutionairen aan universiteiten tekortdoe, die in hun blauwdruk simpelweg Israël opheffen en het bloedbad dat dáár ontegenzeggelijk op zal volgen in de veiligheid van hun besmeurde computerlokaal op de koop toe nemen. Israël wordt bevolkt door nazaten van Joden uit het Midden-Oosten en restanten van een haast uitgeroeid volk dat een onmiskenbare historische band met het land heeft, maar deze lichten doen of Israël een soort Nederlands-Indië is waaruit de kolonisator zich kan terugtrekken naar het eigen koninkrijkje.”

Palestina gaat over dekolonisatie
Kustaw Bessems stelt dat Israël geen koloniaal project was vanwege de Joodse historische band met Palestina. Zouden we Nederland aan Rome uitleveren als ze 2000 jaar geleden hier zijn vertrokken? Volgens het Internationaal Gerechtshof is de situatie in Palestina een onderbroken geval van dekolonisatie, veroorzaakt door oorlogen en bezetting, die hebben geleid tot ontzegging van het recht op zelfbeschikking voor het Palestijnse volk.

Het internationaal ‘dekolonisatierecht’ bepaalt dat alle koloniale volkeren het recht op zelfbeschikking hebben. Dit recht geldt alleen voor bepaalde soorten gebieden, zoals voormalige Ottomaanse en de westerse overzeese kolonies. Deze gebieden moeten voldoen aan de ‘zoutwatertest’: ze zijn door water gescheiden van de metropool en verschillen aanzienlijk op bijvoorbeeld cultureel, talig en religieus gebied. Dit geldt niet voor onafhankelijke staten, zoals de VS, Canada en Israël.

De leugen over historische rechten
Geen enkel land erkent dat Israël historische rechten op Palestina zou hebben en dit met een goede reden. Het volkenrecht kent alleen territoriale rechten toe aan volkeren die een gebied continu regeren. Historische claims van 2000 jaar geleden gelden niet. Anders zouden de Oospronkelijke Amerikanen, de Inuït, de Sami’s, de Aboriginals en anderen de huidige inwoners mogen verdrijven.

Na de Eerste Wereldoorlog wilden de overwinnaars de voormalige Ottomaanse en Duitse kolonies zelf koloniseren. Maar de VS verzette zich en in plaats daarvan ontstonden er ‘mandaatgebieden’. Palestina was zo’n mandaat. Volgens het mandaatsysteem had de lokale bevolking het recht op het territorium. Toch werd voor Palestina een uitzondering gemaakt: hier mocht een ‘nationaal tehuis voor Joden’ komen.

Twee dingen zijn belangrijk. Volgens de gebruikte taal zou het tehuis alleen ‘binnen’ Palestina zijn. Het was niet de bedoeling om heel Palestina in een tehuis voor Joden te veranderen. Daarnaast heeft de term ‘tehuis’ geen enkele juridische betekenis. In volkenrecht bestaan staten, kolonies en andere soorten gebieden, maar geen tehuizen. In het hoofd van Balfour was een ‘tehuis’ een soort protectoraat, een veredelde kolonie. Jerome Slater schrijft in zijn boek ‘Mythologies Without End’ het volgende:

“The Balfour Declaration and the League Mandate were simply unilateral ukases of the leading colonial powers of the time, actions essentially of force, undertaken not only without regard to the rights and feelings of the local inhabitants but indeed in contradiction to the promises made to them earlier. As such, the promises to the Jews—even to the extent that the authors of the mandate were motivated by genuine moral commitment rather than simply colonial national interests—finally had no more legal or moral standing than any other colonialist actions.”

Met vele moeite kregen zionisten de verzwakte uitdrukking de 'historische connectie' in de tekst. Voor Lord Curzon, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, die verantwoordelijk was voor de formulering, was zelfs 'historische connectie' te veel. Hij raakte zo geïrriteerd dat hij de uitdrukking 'historische connectie' verwijderde maar, achter zijn rug, werd het weer ingevoerd. Hij schreef in een memo:

“I told Dr Weizmann that I could not admit the phrase [historical connection, etc.] in the Preamble. And now I find that Mr Vansittart has gone and put it back again. It is certain to be made the basis of all sorts of claims in the future. I do not myself recognise that the connection of the Jews with Palestine, which terminated 1200 [sic] years ago, gives them any claim whatsoever. On this principle we have a stronger claim to parts of France. I would omit the phrase….I now find that, without my knowledge, the Committee have put it back…”

Chaim Weizmann bevestigt dit in zijn autobiografie en schrijft dat zijn onderhandelaars:

“fought the battle of the Mandate for many months. Draft after draft was proposed, discussed and rejected, and I sometimes wondered if we should ever reach a final text. The most serious difficulty arose in connection with a paragraph in the Preamble - the phrase which now reads: 'Recognizing the historical connection of the Jews with Palestine.' Zionists wanted to have it read: 'Recognizing the historic rights of the Jews to Palestine.' But Curzon would have none of it, remarking dryly: 'If you word it like that, I can see Weizmann coming to me every other day and saying he has a right to do this, that or the other in Palestine! I won't have it!'. As a compromise, Balfour suggested 'historical connection,' and 'historical connection' it was.”

Wat zijn historische rechten?
Waarom is het onderscheid tussen 'historisch recht' en 'historische connectie' zo belangrijk? 'Historische connectie' is geen juridisch begrip, dus het zijn losse woorden. Curzon kende zijn volkenrecht.

Volkenrecht is gedeeltelijk gewoonte: wat de meeste deelnemers voor een langere tijd doen, schept gedragsregels, rechten en plichten. De regels, rechten en plichten groeien of kwijnen in de tijd.

Als men over historische rechten praat, bedoelt men dat als je iets voor een langere tijd doet en niemand daarover klaagt, dat je het recht krijgt om het te blijven doen. Bijvoorbeeld vissers die voor generaties in de territoriale wateren van een ander land hebben gevist, kunnen niet zomaar verdreven worden.

Historische rechten krijgt men ook over territoria. Zo kon een staat historische rechten krijgen door een territorium voor een langere tijd vreedzaam te regeren, ook als het territorium was veroverd. Als de verdreven entiteit/regering geen claims meer op het territorium uitte en andere landen stilzwijgend toekeken, groeiden de historische rechten sneller en de rechten van de verdreven entiteit ebden weg. Wie zwijgt, stemt toe.

Curzon bedoelde dus dat Joden geen historisch recht op Palestina kunnen hebben na duizenden jaren afwezigheid. Als reductio ad absurdum, zei Curzon dat zelfs Groot-Brittannië meer rechten op delen van Frankrijk had dan Joden op Palestina.

Historische rechten concurreren met andere claims, principes en rechten
Rond 1900 begon in volkenrecht ook een andere regel te groeien, dat men geen territorium meer via oorlog kan bemachtigen. Dit veroveringsverbod betekent dat het historisch recht van een staat, die territorium via oorlog verovert, veel langzamer groeit dan voor 1900. Daardoor moet Israël de Golan en de Westbank voor een veel langere tijd vreedzaam bezetten om daar rechten te krijgen.

De groei van de Israëlische rechten op de bezette gebieden wordt ook vertraagd door de claims van Syrië (op de Golan) en de Palestijnen (op de Westbank). En ook door het feit dat andere landen ontkennen dat Israël recht op die territoria heeft. Er is dus geen stilzwijgende instemming.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond en groeide ook het zelfbeschikkingsrecht. Dit recht zegt dat een bepaalde bevolking in een administratief territorium de toekomst van het gebied mag bepalen. Deze bevolking (het volk) heeft het recht om een onafhankelijke staat te stichten. Dit betekent dat het zelfbeschikkingsrecht, zoals het veroveringsverbod, de groei van historische rechten van een bezetter zal vertragen, of zelfs beletten. Nu staat onomstotelijk vast dat Palestijnen het recht op zelfbeschikking hebben, dus dat hun recht voorrang heeft op de eventuele Israëlische historische rechten die zouden kunnen ontstaan door de bezetting van de Westbank na 1967.

Dus het feit dat de Joden 2000 jaar geleden in Palestina hebben geleefd, geeft hen geen historische rechten en de bezetting vanaf 1967 ook niet.

Israël is een koloniaal project
De zionisten zagen zichzelf als kolonisten. In 1902 probeerde Theodor Herzl, een van de oprichters van het moderne zionisme, met een brief de steun van Cecil Rhodes te winnen voor “iets koloniaals,” door de zionistische aspiraties te vergelijken met Rhodes’ kolonisatieprojecten in Afrika. Ze’ev Jabotinsky was de grondlegger van het revisionistisch zionisme. ChatGPT vond in zijn artikel “The Iron Wall” 21 koloniale termen. Een treffend citaat:

“Elk inheems volk zal zich verzetten tegen vreemde kolonisten zolang het enige hoop ziet om zich te ontdoen van het gevaar van buitenlandse vestiging. Dat is wat de Arabieren in Palestina doen en wat ze zullen blijven doen zolang er sprankje hoop blijft dat ze de transformatie van ‘Palestina’ naar het ‘Land van Israël’ kunnen voorkomen.”

In 1947 wilde de VN Palestina in een Joodse staat met 56% van het land en een Arabische staat met 45% verdelen. De Joden vormden toen slechts een derde van de bevolking. De Arabische landen probeerden tevergeefs de kwestie voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof. Zij wilden terechte vragen stellen: Waren de Balfour-verklaring en het mandaat legaal? Of was het mandaat in strijd met de eerdere Britse belofte op een onafhankelijke Arabische staat? Was de VN bevoegd om Palestina te verdelen? Moest niet de lokale bevolking het lot van Palestina beslissen, volgens het principe van zelfbeschikking?

In 1948 wilden Arabieren nieuwe juridische vragen stellen: Was de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring legaal? Wie had de soevereiniteit over Palestina toen Groot-Brittannië vertrok? Waren de Arabieren of de Joden de agressors?

De Joden daarentegen hebben de juridische weg afgewimpeld en veroverden in de burgeroorlog 78% van Palestina. Israël, zo stelt James Crawford, een vooraanstaand jurist van de vorige eeuw, is voortgekomen uit een succesvolle secessie van het mandaatgebied.

In de oorlog van 1967 veroverde Israël ook Gaza en de Westbank. Internationaal recht verbiedt het overbrengen van de eigen bevolking naar een bezet gebied. Dit dient ter voorkoming van kolonisatie en annexatie, welke beide illegaal zijn.

De Westbank en Gaza voldoen aan de criteria voor dekolonisatie. Ze zijn nooit onderdeel geworden van de staat Israël en behoren dus gedekoloniseerd te worden, zoals alle andere mandaatgebieden. Bovendien koloniseert Israël de Westbank opnieuw. De Palestijnen hebben het recht op zelfbeschikking en op een onafhankelijke staat in de Westbank en Gaza. Het zelfbeschikkingsrecht is een recht ‘erga omnes’ (een recht dat aanspraak maakt op hulp van alle andere landen). Dus alle landen zijn juridisch verplicht om Palestijnen te bevrijden.

Kustaw Bessems’ verhaal is een nieuw bewijs dat de media, die de drogredenen van de Israël-supporters publiceren, nieuwe hersenen infecteren en nieuwe mensen rekruteren om niets te doen tegen de bezetting.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.