Die nieuwe serie over Máxima begon aardig. Per taxi arriveert een jonge Zorreguieta bij een prachtige zonovergoten villa, net op tijd voor een tuinfeestje waar ik óók graag voor zou worden uitgenodigd. In een rode jurk flaneert onze toekomstige koningin door de menigte, haar Nikon in de aanslag. Opzwepende salsamuziek en Spaans geroezemoes op de achtergrond. Het had een scène uit Narcos kunnen zijn. Alsof Pablo Escobar elk moment kan opduiken met een groot zilveren dienblad om iedereen op coke te trakteren. Ik zat er net lekker in tot Martijn Lakemeier verscheen als Willem-Alexander. Je kunt geen Nederlandse film of serie kijken, of hij zit erin.
Waarom toch altijd Martijn Lakemeier? Voor het acteerwerk hoef je hem niet te vragen. Wat ‘ie ook speelt – een soldaat in De Oost, een Rotterdammer in De Marathon of een kankerpatiënt in Adios Amigos – Martijn blijft Martijn. Telkens krijgen we weer precies dezelfde ietwat monotoon klinkende krullenbol. Hoe gaat dat steeds bij die castingbureaus? “Oké jongens, voor de hoofdrol zoeken we nog een witte jongen…Wacht even, Martijn Lakemeier is toch een witte jongen?”
Ook nu is het níet Willem-Alexander die als een bezetene rolletjes parmaham naar binnen propt om Máxima te imponeren met zijn Godfather-imitatie. De volgende ochtend komt hij voor haar neus staan om demonstratief z’n polo uit te trekken en het zwembad in te duiken. Na hun ontmoeting vliegt Máxima terug naar New York waar Willem haar opbelt. Als ze vervolgens uit het raam kijkt, ziet ze hem daar ineens écht op de stoep staan met de telefoon aan z’n oor.
Er zijn stalkers voor minder gearresteerd. Martijn-Alexander wordt binnengelaten en we zien hem Máxima beffen alsof hij nooit iets anders heeft gedaan. Hier viel niks Willem-Alexanderigs aan te ontdekken.
Toegegeven, het ís ook lastig om iemand te spelen wiens meest onderscheidende karaktertrek het verneuken van internationale excuses is. Meer dan een beetje hersendood in de camera staren en hulpeloos met je handen zwaaien, kun je er niet van maken. De enige overeenkomst tussen Martijn en de koning is hun nietszeggende uitstraling. Wat dat betreft is hij geknipt voor deze rol. Naast hem spat Máxima van ’t scherm, in overeenstemming met de werkelijkheid.
Misschien is die juist onbeduidendheid waarom ze steeds voor Lakemeier kiezen. Martijn kun je overal neerzetten – Nederlands-Indië, Rotterdam, in een rolstoel onderweg naar Salou – zolang het maar niet om hém draait. De Kuifje onder de acteurs: saai, maar íemand moet die avonturen beleven?
Toen ik nog thuis woonde, bereikte mij het grote nieuws dat ze bij ons in de Biesbosch een film gingen maken over een Brabantse vriendengroep. Omdat ik destijds wel eens in een reclame speelde en niet ver van de Efteling ben opgegroeid, mocht ik auditie doen. Drie keer raden wie de rol kreeg.
Ze zochten nog wel figuranten. Vrienden van de “Brabantse” vriendengroep die volledig bleek te bestaan uit acteurs van ver boven de rivieren. Samen met mijn broertje en m’n beste vriend, banjerden we onze hele zomervakantie door het beeld. Voor de opnames mochten we gewoon onze eigen kleren aanhouden.
Vanaf de zijlijn keek ik toe hoe Martijn worstelde met een accent dat ik al zeventien jaar perfect beheerste.