Zelden bracht een verkiezingsuitslag zo’n schokgolf teweeg als die van woensdag 22 november. Anti-establishmentpartij PVV van Geert Wilders werd de grootste met 37 zetels. Hij ging aan de haal met het thema bestaanszekerheid, koppelde dat aan migratie en had enorm succes. Waarom is het linkse partijen niet gelukt om mensen te overtuigen dat je voor bestaanszekerheid beter bij het sociale, linkse verhaal kunt zijn? De reden ligt misschien dieper dan we denken.
Een veelgemaakte analyse, vooral vanuit de conservatieve hoek, is dat links ‘het contact met de arbeider’ zou zijn verloren. Hardwerkende mensen, die eigenlijk best oren hebben naar het sociaal-economische gelijkheidsverhaal, zouden zijn afgehaakt door de linkse identiteitspolitiek, focus op klimaat en elitarisme. Volgens dit geluid zou links ook veel strenger moeten zijn op migratie en de multiculturele samenleving.
Behalve dat links nooit mee moet gaan in xenofobie, slaat deze analyse nog meer planken mis.Ten eerste: dat links haar potentiële kiezers is verloren aan de PVV blijkt in elk geval niet uit het stemgedrag van deze verkiezing. 15% van de PVV-kiezers stemde in 2021 op de VVD, 7% op FvD en 6% op JA21. Slechts 1% stemde in 2021 op de traditionele arbeiderspartij PvdA en koos nu voor de PVV. De fusie met GL heeft PvdA’ers in ieder geval niet massaal doen vertrekken naar populistisch rechts.
Nog iets wat het idee van de ‘teleurgestelde arbeider’ niet verklaart: het voortdurende falen van de SP. Deze partij vertelt al jaren een klassiek economisch links verhaal, zonder aandacht voor zaken als klimaat en emancipatie.Toch heeft de SP vanaf 2010 bij iedere landelijke verkiezing alleen maar kiezers verloren. Uitgerekend in het tijdperk Rutte, waar er veel te halen zou moeten zijn met hun ouderwetse pleidooi voor de verzorgingsstaat.
Maar daar zit het probleem. Jarenlang rechts-liberaal beleid heeft mensen overtuigd dat hard werken loont: zo worden we uiteindelijk allemaal gelukkig en welvarend. En iedereen kan dat bereiken, zo bewijzen de talloze self-made influencers op social media. Tegelijkertijd heeft dat rechtse beleid publieke voorzieningen afgebroken en mensen collectief armer gemaakt. Een socialistisch verhaal van eerlijker delen werkt echter niet, omdat die welvaartsongelijkheid niet wordt gezien als het probleem. Dat is namelijk een kwestie van hard werken en een verdiende beloning.
Daarnaast komt bestaanszekerheid voor veel mensen in gevaar en daarmee ook de solidariteit met de ander. Dat is goed te lezen in online interacties met PVV-stemmers, waarvan ik er veel heb gehad. Zo vertelde een man op Instagram dat een kennis van hem naar het buitenland moet voor een peperdure tumoroperatie. Hij koppelde dit aan transgenders wier transitie wordt vergoed. In plaats van een falend zorgsysteem te zien, waar ook trans personen het slachtoffer van zijn (denk aan de jarenlange wachtlijsten), heerste bij hem het onrechtvaardigheidsgevoel. En dat richt zich op makkelijk aan te wijzen zondebokken, niet op abstracte systemen zoals marktwerking.
Hoe herstellen we de solidariteit? Hoe gaat de PVV-stemmer niet langer denken in zondebokken zien, maar in bondgenoten? Dat is niet alleen een taak voor de politiek, maar ook voor burgers die het minst bedreigd worden door deze uitslag. Een goede stap is het blijven voeren van gesprekken zoals het initiatief Deep Canvassing doet. Hierbij gaan vrijwilligers van deur tot deur om persoonlijke verhalen uit te wisselen die raken aan een politiek onderwerp, zoals migratie en woningnood. Met diepgaande gesprekken nemen ze vooroordelen en polarisatie weg.
Verder is er op de sociale media heel wat te winnen. Tegen een hele stroom van rechts cynisme is het belangrijk linkse verhalen te blijven vertellen. Zowel met compassie als brutaler. Van de rustige uitlegvideo’s van contentmaker Cutbeans tot de confronterende voxpops van Left Laser. Het is zaak hun verhalen te blijven steunen en uit te vergroten.
Tot slot: in de linkse politiek zullen nieuwe leiders moeten opstaan. Leiders die geloofwaardig zijn en laten zien dat ze écht aan de kant staan van de burger. Ze zullen kritisch moeten kijken naar hun eigen privileges en zich moeten blijven laten zien op straat: van de markt en het buurthuis tot aan het AZC. Alleen zo kunnen zij een oprecht verhaal van verbinding en solidariteit vertellen.