Niets is dodelijker voor onze Nederlandse cultuur dan het accepteren van kitsch
Bij het vernemen van Gerrit Komrij’s dood dacht ik meteen: hier moeten waardevolle dingen over worden opgeschreven opdat men zich realiseert wat hij voor de Nederlandse literatuur en poëzie betekend heeft. En rap moet ik wezen, want voor je het weet is er al weer ander, meer sensationeel nieuws dat dit verlies zal overstemmen.
Misschien moeten anderen het doen, dacht ik ook, mensen die hem daadwerkelijk gekend hebben en zodoende over meer informatie beschikken. Of misschien juist niet, omdat ze bevooroordeeld kunnen zijn en het belang van Gerrit Komrij en zijn werk eenzijdig zullen duiden. In feite is het niet belangrijk wat hij voor anderen behelst, want voor ‘jonge’ ambitieuze schrijvers als ik, die er niet voor kiezen om lucratieve boeken te schrijven en waarvoor ook de vorm van een boek uiterst belangrijk is, was Komrij een lichtend voorbeeld. Wij schrijven niet om gelezen te worden vanaf een badhanddoek op rumoerig Ibiza, maar om onze verwondering te delen met een lezerspubliek dat niets in zich opneemt behalve de door ons geschreven woorden en daarmee al het andere vergeet.
Jaren geleden trok Komrij zijn poten uit de Hollandse klei en toog naar Portugal, de gruwelijke trauma’s die hij hier opliep door het zien wapperen van talloze oranje vlaggetjes werden hem schijnbaar te veel. Dat is jammer omdat het op opgeven lijkt, maar zijn blik van buitenaf leverde toch zeer snedige observaties op. En laten we eerlijk zijn, welk weldenkend mens wil nu niet veilig kunnen schuilen voor al dat voetbal- en Koninginnedaggedoe in een warm, Zuid-Europees land?
Ik geloof niet dat de heer Komrij het iets kon schelen, en nu uiteraard al helemaal niet meer, hoe wij hem zullen herinneren. Of men hem haat of liefheeft, de ware poëet overstijgt dit soort aardse, kleinmenselijke dingen waar Komrij altijd al van gruwde.
Vilein was Komrij en met hem stierf misschien de laatste literaire criticus die de walging omschrijft opgeroepen door slecht geschreven boeken. Die walging moeten we behouden, want niets is dodelijker voor onze Nederlandse cultuur dan het accepteren van kitsch. Komrij is dood, leve de letteren!