In de documentaire 'De blauwe familie' vertellen agenten over racisme bij de politie. Dat is allesbehalve vanzelfsprekend. Al meteen aan het begin van de docu is te horen dat verscheidene agenten hebben besloten om de misstanden niet publiek te maken. Zij vrezen voor represailles en voor hun carrière. Slachtoffers worden weggepest, weggepromoveerd of ontslagen.
Inclusiviteit wordt door de korpsleiding met de mond beleden, maar de praktijk is anders, constateren de regisseurs Maria Mok en Meral Uslu. Agenten hebben te maken met racistische chefs en een onveilige werkomgeving. Een agent met een dubbele nationaliteit kreeg bij een voorstelrondje al te horen “dat je met boeven blijkbaar boeven vangt”. “Zo laten ze meteen weten: dit is hoef we over je denken. Er zijn collega’s die keihard racistisch zijn.”
Peris Conrad vertelt hoe hij door zijn collega’s uit de auto werd getrokken. “Er werd een foto opgehangen op de politieschool: ‘Imagine, our monkey in a cage’. Stel je voor, onze aap in een kooi. Dat was mijn eerste politiejaar.”
In een bericht op Politie.nl erkent korpschef Henk van Essen dat er een probleem is. “Ik realiseer me dat het heel moedig is dat deze collega’s hun verhaal hebben durven doen, hoewel zij zo teleurgesteld zijn. Teleurgesteld dat de politie hen onvoldoende heeft geholpen en gesteund”, aldus Van Essen.
Uit de zogeheten Medewerkersmonitor blijkt dat discriminatie en uitsluiting binnen de politie een groter probleem zijn dan elders. Zo kreeg 6 procent van de agenten het afgelopen jaar te maken met discriminatie, en was er bij 12 procent van de agenten sprake van pesten of intimidatie.
De documentaire is te zien op 2Doc.nl en maandagavond om 20:30 uur op NPO 2.