Een filosofisch gedachte-experiment in NRC was bedoeld om aan te tonen dat klimaatactivisten niets om het klimaat geven. Uit empirisch onderzoek blijkt daarentegen dat juist klimaatontkenners worden belemmerd door onbewuste psychologische valkuilen zoals onzekerheid en angst voor verandering.
Met een gedachte-experiment wilde Maarten Boudry in NRC aantonen dat klimaatactivisten niet echt om het klimaat geven. Zijn argumentatie: wanneer door een wonder alle teveel aan CO2 zou verdwijnen, vinden ze nog steeds dat het systeem moet veranderen. Het klimaat is dus gewoon een smoes voor de systeemverandering waar het ze in feite om te doen is, zegt hij.
Hiermee gaat Boudry niet alleen voorbij aan de zeer vele andere redenen om het systeem te willen veranderen – de toenemende ongelijkheid tussen mensen, de toenemende invloed van grote bedrijven, het stikstofoverschot, de aantasting van de biodiversiteit, insectensterfte, en het gegeven dat de aarde grenzen stelt aan onze exploitatiedrift zoals beschreven door Paul Luttikhuis en Gert de Jong ; hij gaat ook voorbij aan resultaten van empirisch onderzoek naar de psychologie van klimaatverandering en -ontkenning.
Zo bleek uit Australisch onderzoek dat het eerder omgekeerd is: klimaatontkenners worden gemotiveerd door angst voor systeemverandering. Politiek rechtse, conservatieve mensen ontkennen vaker dat het klimaat verandert en dat dit door de mens komt, en dat komt deels doordat ze denken dat klimaatmaatregelen de status quo zullen aantasten. Uit verschillende onderzoeken in verschillende landen, o.a. Finland , blijkt een sterk verband tussen klimaatontkenning en “system justification”: de behoefte het bestaande systeem te rechtvaardigen en in stand te houden. En Amerikaans onderzoek toont aan dat klimaatontkenning afneemt wanneer klimaatmaatregelen worden gepresenteerd als noodzakelijk om de huidige status quo te beschermen.
Deze goed gecontroleerde experimenten bieden meer houvast om te begrijpen wat mensen beweegt dan de vrijblijvende gedachte-experimenten van een filosoof achter zijn bureau. Bovendien bieden ze ook minder voeding aan het gedachtegoed van Baudet en consorten; ze verklaren juist de achterliggende psychologische drijfveren van deze klimaatontkenners en geven bovendien aanknopingspunten om het draagvlak voor klimaatmaatregelen te vergroten.