Het is in Nederland misschien aan je voorbijgegaan omdat het niet leek te stoppen met regenen, maar de afgelopen maand was de warmste maart ooit gemeten. Wereldwijd was de gemiddelde oppervlaktetemperatuur 14,14 graden Celsius, waarmee het met 0,1 graad het vorige record uit 2016 brak. Huiveringwekkender; het was maar liefst 1,68 graden warmer dan een gemiddelde maand maart tussen 1850 en 1900, de periode voordat de mens op grote schaal fossiele brandstoffen begon te verbranden en de huidige klimaatcrisis in gang zette.
De cijfers zijn van het Europese observatieprogramma Copernicus dat weerdata van over de hele wereld verzamelt en de staat van het klimaat in kaart brengt. Met de recordwarmte in maart wordt een andere hoogst verontrustende trend voortgezet: het is al tien maanden op rij de warmste maand ooit gemeten. Een nadelige invloed op die temperaturen is het weerfenomeen El Niño dat de temperaturen nog eens verder stuwt.
Copernicus laat nog maar eens weten dat het van het grootste belang is om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Iets wat inmiddels al lang bekend is, maar waar ondanks mooie beloftes nog altijd niets van terecht komt. Vorige week maakte het NOAA, het Amerikaanse KNMI, bekend dat het aantal broeikasgassen in de atmosfeer alleen maar is toegenomen sinds het klimaatakkoord van Parijs uit 2016.
Intussen zit er meer dan de helft méér CO2 in de lucht dan vóór het tijdperk van de fossiele brandstoffen en ook andere schadelijke gassen als methaan en distikstofmonoxide worden in grotere hoeveelheden aangetroffen. Die laatste twee zijn vooral te danken aan de grootschalige landbouw en veeteelt.