Het jaar 2023 is het warmste jaar ooit gemeten. Dat is dinsdag officieel bevestigd door de Europese klimaatdienst Copernicus. Het was gemiddeld 1,48 graden warmer dan voor de industrialisatie. Vorig jaar was daarmee een "uitzonderlijk jaar, waarin klimaatrecords als dominostenen omvielen", aldus adjunct-directeur Samantha Burgess van Copernicus met een stevig gevoel voor understatement
De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) van de Verenigde Naties liet eind november al weten te verwachten dat alle hitterecords zouden sneuvelen. En Copernicus voorspelde in oktober dat 2023 op weg was om het warmste ooit te worden. De klimaatdienst verwachtte dus geen goed nieuws uit het dinsdag verschenen jaarrapport. "Maar dit jaarlijkse rapport bewijst nogmaals de toenemende druk van klimaatverandering."
Voor het eerst was elke dag afgelopen jaar zeker 1 graad warmer dan voor de industrialisatie. Bijna de helft van de dagen was 1,5 graad warmer en twee dagen in november overschreden voor het eerst de grens van 2 graden. Wereldleiders hebben in 2015 in Parijs met elkaar afgesproken dat de temperatuurstijging onder de 2 graden moet blijven en bij voorkeur onder de 1,5 graad.
Op enige verbetering hoeft de wereld voorlopig ook niet te rekenen. Ondanks de klimaatafspraken in Parijs en de jaarlijkse klimaattoppen waarin veel beloofd en afgesproken wordt, is er nog maar nauwelijks iets te zien van werkelijke verbetering als het gaat om het terugdringen van broeikasgassen. Die zijn volgens Copernicus veruit de belangrijkste oorzaak voor de hoge temperaturen. Dat afgelopen jaar weerfenomeen El Niño zijn intrede deed, heeft bijgedragen aan de stijging van de temperatuur. De samenleving moet zich klaarmaken voor de toekomst en zo snel mogelijk de CO2-uitstoot terugdringen, waarschuwt de klimaatdienst nog maar eens.