Wie bevoorrecht is heeft dat zelf meestal niet door
Ik draag een blikje cola, een zak chips en een diepvriespizza. Ik ben een jaar of 18 en sta voor de kassa in de supermarkt. Ik heb niets gestolen. Nooit gedaan en dat zal ik in ieder geval ook de 14 jaar daarna niet doen. Maar weet de caissière dat? Of twijfelt ze misschien? Hoe moet ik kijken? Lijk ik verdacht? Nog drie mensen voor me… Zal ik nu even naar beneden kijken? Of juist naar het schap met de sigaretten?
Een vreemde kassa-fobie, of herkenbaar? Ik heb het niet zelden gevoeld. Ik was jong en droeg nonchalante kleding. Dat leek me toch wel een verdacht profiel – mijn werkelijke goody two shoes ten spijt.
In Sunny Bergman’s documentaire ‘Zwart als Roet’ vertelt een lange donkere man hoe hij oude vrouwtjes ’s avonds in het donker uit de weg gaat, of in ieder geval zo vriendelijk mogelijk begroet om hen niet onnodig bang te maken. Blanke mannen krijgen hulp van omstanders bij het openbreken van het slot op een fiets. Donkere mensen, in exact dezelfde kleren, worden gefotografeerd of erop aangesproken. Dat aanspreken is natuurlijk goed, we mogen best een beetje op elkaar passen. Het raciale aangeleerde onderscheid is dat natuurlijk niet. Hoe zullen deze donkere mannen zich voelen in de rij voor de kassa?
Eerder op de avond dat Zwart als Roet werd uitgezonden was ‘Mijn 5000 vrienden’ op TV. BNN’er Tim Hofman loopt met een jonge homoseksuele jongen door Veenendaal. Als Tim en deze jongen hand-in-hand door de stad lopen blijkt dat een groot deel van de Veenendaalse jeugd er nogal achterlijke seksuele opvattingen op nahoudt. Normaliter geeft de jongen liever geen blijk van zijn geaardheid. De achterlijkheid van de Veenendaalse jeugd staat waarschijnlijk niet op zichzelf.
Een donkere huidskleur is nog lastiger te verbergen dan een seksuele geaardheid, maar in beide gevallen wordt de gelijkwaardigheid aan de omgeving negatief beïnvloed door statische factoren. Als de 18-jarige ik er echt mee zat had hij ook een nette blouse aan kunnen trekken, en een boekenbal-compatibele bril kunnen dragen. Winkeldieven dragen immers nooit boekenbal-compatibele brillen.
Vooroordelen. Ik ben er zelf duidelijk ook niet vrij van. Het ‘privilege’ om als volwaardig te worden behandeld hoort vaak bij het klassieke Nederlandse plaatje. Maar je zult het pas herkennen en op waarde schatten wanneer je dergelijke privileges mist.