Onlangs verscheen er een artikel waaruit blijkt dat de Nederlandse Vereniging Pluimveehouders (NVP) de kleinschalige korte keten kippensector vakkundig de nek wil omdraaien
Mobiele kippenstallen of kipcaravans zijn in opkomst. Steeds meer boeren en consumenten willen weg van de grootschalige productie met 30.000 kippen in één stal en kiezen voor iets anders, kleiners, duurzamers. Denk aan eieren uit een mobiele kippenhok dat in een veld wordt gezet nadat er koeien hebben gelopen en die zich heerlijk te goed doen aan de insecten in de mest en zo de mest goed verspreiden over het land. Of de kleinschalige kiphouderij met dubbeldoelkippen die niet zijn doorgefokt op 300 eieren per jaar, waarbij de haantjes niet worden vergast en de kippen zorgen voor de bemesting van de kleinschalige groenteteelt. Of de Herenboerderijen waar 200 gezinnen gezamenlijk van eieren worden voorzien door één kipcaravan.
Onlangs verscheen er een artikel waaruit blijkt dat de Nederlandse Vereniging Pluimveehouders (NVP) de kleinschalige korte keten kippensector vakkundig de nek wil omdraaien. Zo wordt het uiteraard niet gebracht. Met mooie woorden zegt men dat de mobiele kleinschalige kippenhokken in het keurslijf van de grootschalige intensieve industrie moeten worden gestopt. Onder het mom van voedselveiligheid en volksgezondheid en natuurlijk ook in het belang van de dieren. Want bij deze dieren, die zoveel in de gezonde buitenlucht lopen, is natuurlijk extra behoefte aan een maandelijkse controle door de dierenarts, sector én overheid. Dat daarbij elke kipcaravan failliet gaat, omdat een maandelijks veterinaire controle niet te betalen is door de keuterboer, is mooi meegenomen.
De kipcaravans zijn echter een oplossing: een oplossing voor boeren om de wurggreep van de supermarkt te ontlopen, om direct contact te genereren tussen boer en klant, om kleinschalig en diervriendelijk te boeren. Een oplossing voor kringlooplandbouw die dan ook wordt omarmd door burgers. Een oplossing die we daarom alle ruimte dienen te geven, om te laten groeien en floreren.
Maar juist deze kleinschalige en populaire kippenunits zijn een doorn in het oog van de NVP en een deel van de “vastgeroeste” grootschalige kipfabrieken. Een gedeelte van de boeren zit vast in het systeem, dat we landbouw noemen en kunnen/durven niet meer buiten de gebaande paden te denken/opereren. Dit deel van de huidige sector schrijft dat deze ‘kleinschalige vorm van leghennenhouderij risico’s voor voedselveiligheid, (dier)ziekten en dierenwelzijn met zich meebrengt, die in de ‘professionele’ pluimveehouderij met effectieve monitoring- en preventieprogramma’s zijn opgelost’. Volgens de Caring Farmers ligt het precies andersom. De intensieve gangbare houderij is zo uit de kluiten gegroeid, dat continue monitoring nodig is om excessen op te sporen, de ziektedruk te verlagen en de consument een idee te geven van administratieve schijnveiligheid.
Caring Farmers pleiten voor een nieuw voedselsysteem, kleinschaliger en met meer boer-burger contact waardoor er échte veiligheid bestaat: de veiligheid van gezonde dieren in een gezond ecosysteem die worden verzorgd en gegeten door gezonde mensen. Laten we de gehele regelgeving zo inzetten dat we daarnaartoe werken en deze boeren ruim baan geven. En uiteraard hoort daar ook een verplichte salmonella-inenting bij voor de kippen, die ze overigens nu ook meestal al krijgen.
Dit is een artikel van Caring Farmers & Caring Vets